Lerarenopleiding

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een lerarenopleiding is een opleiding tot onderwijzer in het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs / secundair onderwijs. Vroeger sprak men ook wel van kweekschool of normaalschool.

De situatie is sterk afhankelijk van de heersende onderwijswetgeving, zodat er tussen verschillende landen, en zelfs binnen landen, grote verschillen kunnen bestaan.

[bewerk] Nederland

In Nederland wordt de opleiding tot leraar basisonderwijs verzorgd door de Pedagogische academie voor het basisonderwijs (PABO). Deze hbo-opleiding duurt doorgaans vier jaar.

Voor het voortgezet onderwijs zijn er hbo-lerarenopleidingen waarmee men een tweedegraads bevoegdheid kan behalen. Hiermee mag men les geven aan de onderbouw van de havo en het vwo, en in het gehele vmbo. Om les te mogen geven aan de bovenbouw is een eerstegraads bevoegdheid vereist. Deze kan men verkrijgen door na een universitaire studie de universitaire lerarenopleiding voor dat vak te volgen, een postdoctorale opleiding van één jaar.

[bewerk] Vlaanderen

In Vlaanderen maakt men onderscheid tussen de

• geïntegreerde lerarenopleidingen. Dit zijn de traditionele opleidingen tot kleuterleider, onderwijzer, regent, ondergebracht bij de verschillende hogescholen, waar men een "Bachelor in onderwijs" kan behalen. Vakkennis en pedagogische vaardigheden worden (geïntegreerd) in één curriculum aangeboden, met sterke nadruk op (vak-)didactiek.
• specifieke lerarenopleidingen. Hier verwerft men een (specifieke) vakbekwaamheid, die aangevuld wordt met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid (GPB).
  • Zo kunnen universitaire Masters (bijvoorbeeld in economie, fysica, Frans) aan de universiteit een aggregaat volgen, meestal als "Master-na-Master". Zij mogen dan in de hogere jaren van het secundair onderwijs en in het hoger onderwijs hun vak onderwijzen. Ook in het hoger kunstonderwijs (een Conservatorium, een academie voor beeldende kunsten, het Rits, ...) is de combinatie van hoofdstudie en pedagogisch diploma veralgemeend. Een Master in de muziek, specialiteit instrument (viool) mag dan uiteraard vioolles geven in het Deeltijds kunstonderwijs of in het KSO.
  • Maar ook andere specialisten (schrijnwerkers, interieurarchitecten, slagers,...) kunnen door het behalen van een pedagogisch diploma, meestal een GPB-cursus, onderwijsbevoegdheid krijgen om bijvoorbeeld praktijkvakken te geven in het TSO of BSO, of om specifieke vakken in het KSO te mogen onderwijzen.

[bewerk] Duitsland

In Duitsland is het onderwijs een zaak van de deelstaten (Bundesländer), en de precieze inrichting verschilt dan ook per deelstaat.