Kleppen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kleppen in een viertakt verbrandingsmotor zorgen voor het inlaten van brandstof/luchtmengsel en het afvoeren van verbrandingsgassen uit de cilinders.
De inlaatklep zorgt ervoor dat een nieuw brandstof/luchtmengsel in de cilinder aangezogen kan worden. Inlaatkleppen staan open tijdens de inlaatslag.
De uitlaatklep zorgt er voor dat verbrandingsgassen uit de cilinder afgevoerd worden door de opgaande beweging van de zuiger tijdens de uitlaatslag.
De kleppen bevinden zich doorgaans in de cilinderkop. In oudere motoren had iedere cilinder één inlaat- en één uitlaatklep, bij moderne motoren zijn er meestal twee inlaatkleppen en twee uitlaatkleppen per cilinder.
De kleppen worden direct of indirect aangedreven door de nokkenas. Moderne motoren hebben meestal een bovenliggende nokkenas, waardoor hogere toerentallen mogelijk zijn dan bij motoren met een onderliggende nokkenas. Ook is de bediening door het ontbreken van stoterstangen nauwkeuriger. Sommige motoren hebben een aparte nokkenas voor de inlaatkleppen en een voor de uitlaatkleppen.
Het aantal kleppen van een motor word meestal aangeduid met de letter 'V' van het Engelse valve, wat klep betekent.