Kasteel Den Halder
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kasteel Den Halder ligt in het centrum van het Zuid-Limburgse Valkenburg. Aan de Geul kan hier wel heel letterlijk worden gesteld, want deze rivier stroomt direct langs de achtergevel van het kasteel. Oorspronkelijk was dit kasteel een verdedigingstoren als onderdeel van van de stadswalmuur van het vestingstadje.
Het kasteel is opgetrokken uit mergelsteen en bestaat uit een rechthoekig gebouw, in 1635 als Huis de Halder aangebouwd aan de 15e eeuwse Haldertoren, een vierkante traptoren. Het huis is gebouwd door Gerard van Meer en in de 18e eeuw gewijzigd. Naast het kasteel is een openbaar stadspark.
[bewerk] Naamgeving
De naam Den Halder is afgeleid van het woord "houder", hetgeen betekent dat de toren bedoeld was om de vijand tegen te houden.
[bewerk] Geschiedenis
De eerste vermelding is als vestingstoren in een acte van de hertog van Brabant uit 1381, die Valkenburg na een wekenlang beleg veroverde. De eerste bekende bewoner is ene Peter van Ellerhorn, vermeld in 1573, toen Den Halder nog niet veel meer dan de eerder genoemde toren. Den Halder werd pas een echt kasteel in het begin van de 17e eeuw, toen de familie Van Meer een grote verbouwing liet uitvoeren. Inmiddels was het reeds uitgegroeid tot een groter complex met een hoeve, enkele vijvers, een oliemolen, landerijen en een grote boomgaard.
In 1635 werd de Haldertoren verbouwd en geschikt gemaakt voor bewoning. In 1739 kocht de Maastrichtse schepen Peter Boomhouwer het kasteel van de Van Meers, om vervolgens door te verkopen aan de burgemeester van Wezet. Achtereenvolgens wisselt het kasteel van eigenaar, tot in 1804 de in Limburg bekende familie van Pallandt het aan Bertrand Loisel verkoopt, in Valkenburg een welbekende Fransman, die het zelfs tot burgemeester brengt in het Geulstadje. De olie- en meelmolen aan de Lindenlaan komt in zijn handen en onder zijn leiding wordt de molen verbouwd. Sinds de verbouwing staat de molen bekend als de Fransche Molen bouwen naast de reeds bestaande oliemolen en bouwde het landgoed rond het kasteel aanzienlijk uit.
Toen aan het eind van de 19e eeuw Valkenburg uitgroeide tot een vakantie- en kuuroord kwam er behoefte aan bouwgrond voor hotels en appartementen. Een groot deel van het landgoed werd door de gemeente samen met het park hiervoor aangekocht. De Valkenburger Habets werd de nieuwe eigenaar van het kasteel en liet het uitgebreid restaureren. Daarna werden de familie De Casalette en de familie Rooding de eigenaren. In de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel als kantoor gebruikt en liep het behoorlijke schade op. Uiteindelijk werd het door de gemeente aangekocht en opgeknapt. Het werd het onderkomen van het streekmuseum van Valkenburg en daarna van de VVV.
[bewerk] Huidig gebruik
Het kasteel wordt thans gebruikt als kantoorpand. Op de begane grond bevind zich een vastgoed investeerder en op de bovenste verdieping zat tot voor kort een advocaten kantoor. Recentelijk heeft het kasteel een nieuwe opknapbeurt ondergaan.