Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Karel van Lotharingen (Nancy, 1 juli 1567 - aldaar, 24 november 1607) was een jongere zoon van Karel III van Lotharingen en van Claudia van Valois.
Al in 1578 werd hij bisschop van Metz. Paus Sixtus V benoemde hem in 1589 tot kardinaal en in 1591 tot apostolisch legaat van de Heilige Stoel in Lotharingen. Tijdens de afwezigheid van zijn vader in Frankrijk, regeerde hij verschillende malen in Lotharingen en Bar met de titel van luitenant-generaal. Zijn vader vroeg de paus om een diocees Nancy op te richten, maar dit plan vond geen doorgang en Karel moest zich tevreden stellen met de titel van primaat van het primaatschap Nancy. In 1604 werd hij benoemd tot bisschop van Straatsburg, maar de bisschopszetel werd toen bezet door Johan George van Brandenburg, een protestants vorst. Karel diende zijn bisdom echt te veroveren.