Johann Joachim Quantz
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johann Joachim Quantz (Oberscheden bij Göttingen, 30 januari 1697 - Potsdam, 12 juli 1773) was een Duits componist, fluitist en fluitbouwer.
Hij leerde als kind verschillende instrumenten bespelen en leerde muziek van zijn oom. Zijn vader, die smid was, was al vroeg overleden. Hij studeerde compositie bij Jan Dismas Zelenka in Wenen in het jaar 1716. Eén jaar later werd hij aangenomen als hoboïst aan het hof van August II van Polen die resideerde in Dresden en Warschau. In 1719 studeerde hij bij Pierre Gabriel Buffardin en legde hij zich toe op de fluit. Na reizen door Italië, Frankrijk en Engeland kreeg hij naam en faam en werd de beroemdste fluitist van Europa.
Na zijn terugkeer naar Dresden werd hij benoemd als eerste fluitist aan het hof, totdat hij in 1741 in Potsdam in dienst trad bij Frederik de Grote van Pruisen. Hij werd de fluitdocent van de koning en schreef meer dan 500 composities voor fluit voor hem. In 1752 werd zijn leerboek Versuch einer Anweisung die Flöte traversiere zu spielen gepubliceerd.
