Jan Bart
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jan Bart (eigenlijk Jan Baert, zie zijn handtekening op de tweede huwelijksakte, met Marie Tugghe, van 1689 in Duinkerke) (Duinkerke, 21 oktober 1650 - Duinkerke, 27 april 1702) was een Vlaamse kaper in dienst van Frankrijk en diende een tijdlang onder admiraal Michiel de Ruyter. Hij behaalde zijn grootste successen tijdens de Negenjarige Oorlog.
Hij was de kleinzoon van admiraal Jacobsen. Bart was beroemd om zijn moed en behendigheid. Hij slaagde erin 386 schepen te veroveren, en bracht een groot aantal vaartuigen tot zinken of stak ze in brand.
De Franse vloot leed in 1692 een nederlaag tegen de Engelsen en bleef daardoor in Toulon voor anker liggen.
Na de slag bij Texel op 29 juni 1694 was Bart in heel Frankrijk bekend. Aan het eind van de 17e eeuw heerste in Frankrijk hongersnood. Besloten werd graan aan te kopen in de Scandinavische landen. Het konvooi van 96 Franse graanschepen viel in de handen van Hollanders. Jan Bart slaagde erin de Hollanders het graan afhandig te maken. Hij nam het met zes kleine fregatten op tegen 6 grotere van Holland. Als gevolg hiervan daalde de graanprijs in Frankrijk met 90% (van 30 tot 3 pond per schepel). Lodewijk XIV sloeg Bart daarop tot ridder en benoemde hem tot commandant van de zeemacht van Duinkerke.
Engelsen en Hollanders probeerden samen Duinkerke te veroveren, zowel over land (1692) als van op zee (1694 en 1695), om de activiteit van de Duinkerker Kapers tot een einde te brengen. Maar zonder succes.
Bart overleed ten gevolge van een longontsteking. Hij ligt begraven in de Sint-Elooikerk in Duinkerke.
[bewerk] Literatuur
- Een roman: J. Ballegeer, Het eerste litteken, Averbode, 1992.
- en:Action of 29 June 1694
