Hu Jintao
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
' |
||
Naam (taal-varianten) |
||
Traditioneel | 胡錦濤 | |
Vereenvoudigd | 胡锦涛 | |
Pinyin | Hú Jǐntāo | |
|
Hu Jintao (Jiangyan, 21 december 1942) werd op 15 november 2002 secretaris-generaal van de Communistische Partij van China. Op 15 mei 2003 werd hij door het Nationale Volkscongres gekozen tot president van de Volksrepubliek China, als opvolger van Jiang Zemin.
[bewerk] Voorgeschiedenis
Hu is van beroep waterbouwkundig ingenieur. Hij studeerde af aan China's prestigieuze Qinghua Universiteit. Volgens zijn officiële biografie is hij begiftigd met een fotografisch geheugen. Zijn carrière is opmerkelijk door zijn buitengewoon snelle opmars naar de macht, die toegeschreven wordt aan zijn gematigde opvattingen en de zorg die hij eraan besteed heeft zijn oudere aanhangers niet voor het hoofd te stoten of weg te jagen. In tegenstelling tot de meeste leden van de "Kliek van Shanghai" heeft Hu zijn carrière voornamelijk doorgebracht in het armere achterland van China en niet in de rijkere kuststreken. Mede hierdoor was hij voor veel Westerse politiek analisten onbekend voor hij aan de macht kwam.
[bewerk] Leiderschap
Sinds zijn aantreden als secretaris-generaal van de Communistische Partij heeft Hu zich een meer egalitaire stijl aangemeten dan zijn voorganger had en het ziet er op het oog in ieder geval niet naar uit dat de feitelijke macht nog bij Jiang Zemin ligt. Hu heeft veel aandacht besteed aan bevolkingsgroepen binnen China die niet geprofiteerd hebben van de economische hervormingen en heeft een aantal zeer opzichtige bezoeken aan de armere gebieden gebracht met als doel deze gebieden beter te leren begrijpen. De grootste crisis in het begin van Hu's bewind was het uitbreken van de longziekte SARS. Na (breed gedragen) kritiek van de Wereldgezondheidsorganisatie op China wegens haar poging de zaak te verdoezelen en wegens het langzaam reageren op de crisis, ontsloeg hij een aantal hooggeplaatste partijleden – waaronder de minister van Volksgezondheid en de burgemeester van Peking – en ondernam hij stappen om China's rapportage aan internationale medische organisaties transparanter te maken.
Een volgende beproeving van zijn leiderschap was de milde reactie van Peking op protesten in Hongkong tegen Artikel 23 in 2003. In een niet eerder voorgekomen beslissing werd de voorgestelde wetgeving op 1 juli van dat jaar ingetrokken. Tegelijkertijd ging Hu publiekelijk vierkant achter Hongkong's partijbaas Tung-Chee Hwa staan, na de stemming in Hongkong gepolsd te hebben. Veel China-watchers beschouwen de aanpak in deze van de Centrale Regering als karakteristiek voor Hu, die - in tegenstelling tot Tung-Chee Hwa - in Hongkong nog altijd vrij populair is.
Ondanks het feit dat Jiang Zemin (76) aftrad onder het mom van "de ruimte geven aan een vierde generatie van leiderschap" onder leiding van Hu, werd er druk gespeculeerd dat hij achter de schermen de macht zou behouden omdat Hu niet gelieerd is aan Jiang's "Kliek van Shanghai" – waar zes van de negen leden van de invloedrijke Vaste Commissie van het Politbureau wel lid van zijn. Het 22-koppige Politbureau wordt gekozen door het Centrale Comité van de Partij. De echte macht in communistisch China berust bij deze Commissie, die fungeert als "intern kabinet" en de meest invloedrijke leiders van het land in zich verenigt. Tijdens het 16e partijcongres in 2002 werd de Vaste Commissie uitgebreid tot negen leden. Daarbij werd Jiang ook nog herkozen als leider van het Centrale Militaire Comité, een positie van waaruit Deng Xiaoping jarenlang als "over-leider" van achter de schermen macht kon uitoefenen.
China heeft een lange lijst van "gevallen kroonprinsen" en analisten denken dat dat de verklaring is voor de behoedzaamheid waarmee Hu opereert. De Volksrepubliek wordt geplaagd door opvolgingsproblemen waarbij oudere partijleden (zoals Deng) macht bleven uitoefenen door middel van jongere protégés. Het is Deng gelukt om drie secretarissen van de partij naar binnen te loodsen en ook om twee van hen weer te lozen (Hu Yaobang en Zhao Ziyang). Zijn derde en laatste keus, Jiang Zemin, was de enige die Deng's steun tot aan het einde behield en de enige secretaris-generaal in de geschiedenis van China om die post vrijwillig te verlaten aan het eind van zijn termijn. Zelfs Deng kon de positie van secretaris-generaal niet behouden in jaren 1950 (destijds was het niet de top-positie in China), wat te wijten was aan zijn lakse houding met betrekking tot Maoistische economisce theorieën.
Tegelijkertijd moet men voorzichtig zijn met het trekken van historische parallellen. Sinds de jaren 1980 is China steeds verder geïnstitutionaliseerd en is de macht gedepersonaliseerd. Als reactie op de chaos tijdens de Culturele Revolutie heeft de Communistische Partij zich ten doel gesteld een ordelijk systeem van opvolging in het leven te roepen, alsmede een mechanisme ter voorkoming van het ontstaan van persoonscultussen.
Recentelijk zijn Hu en het nieuwe lid van de Vaste Commissie Zeng Qinghong vaak op vriendschapplijke wijze in het openbaar verschenen, waarschijnlijk om verhalen over rivaliteit tussen hen de kop in te drukken. Zeng, die gezien wordt als Jiang's rechterhand en voornaamste bondgenoot, beheert de archieven van de partij en is verantwoordelijk voor het aannemen en ontslaan van de hoogste partijbonzen. Sommigen beschouwden Zeng, en niet Hu, in eerste instantie als grote man binnen de Vaste Commissie.
Echter, tot grote verrassing van toeschouwers, is Hu's macht toegenomen. Belangrijke bondgenoten van Hu zijn gepromoveerd naar belangrijke posten, hetzij door benoeming hetzij door verkiezing door lagere organen in een institutionele hiérarchie. Over het algemeen wordt in de staatsmedia steeds minder melding gemaakt van Jiang's Theorie van drie Vertegenwoordigingen en steeds meer van de xiaokang maatschappij (min of meer de middenklasse-maatschappij).
Hu en Wen Jiabao hebben geprobeerd China los te weken van het denkbeeld van economische groei tegen elke prijs, ten faveure van een visie die meer evenwicht houdt met de noden van sociale ongelijkheid en milieuschade, waaronder het gebruik van het groene bruto nationaal product in het nemen van personeelsbeslissingen.
[bewerk] Denkbeelden
Veel analisten zijn van mening dat Hu zich zowel van zijn voorganger onderscheidt in binnen- als in buitenlandse politiek. Op het binnenlandse vlak schijnt hij meer openheid na te streven op het gebied van functioneren van de overheid en overheidsvergaderingen. Recentelijk hebben de Chinese media veel details van het overleg van de Vaste Commissie van het Politbureau gepubliceerd. En Hu heeft een groot aantal dure zaken afgeschaft die als Communistische losbandigheden werden beschouwd, waaronder de weelderige banketten om Chinese notabelen uit te zwaaien en terug te verwelkomen rond hun buitenlandse reizen. Recentelijk heeft Hu het de partijkaders ook verboden om op zomervakantie te gaan naar het rustoord Beidaihe, wat vroeger gezien werd als een bijeenkomst van oudere en jongere kaders om de toekomst van China uit te stippelen. Op het gebied van buitenlandse politiek heeft Hu China een andere kant op gestuurd door zijn actieve rol in de crisis rond Noord-Korea.
Hu Jintao heeft nationaal vaak in de belangstelling gestaan, bijvoorbeeld bij het afnemen van militaire defilés en het toehoren van het scanderen van leuzen die normaal gezien zouden worden als slogans van hooggeplaatste militaire leiders. Hij heeft het ook gehad over "intra-partij" democratie, een belangrijk punt voor nationale en internationale analisten. Gedurende het 3e plenum van het 16e Centrale Comité trad hij op als vertegenwoordiger van het gehele Politbureau en presenteerde hij een rapport aan het Comité, iets totaal nieuws voor de secretaris-generaal. Voor velen staat dit symbool voor zijn "intra-partij" democratie en ook voor zijn geleidelijke inspanningen om, via het Comité, de machtsbalans over te doen hellen van het Politbureau naar hemzelf. Het meest significant is dat hij als vertegenwoordiger van staat, partij en leger de succesvolle lancering van de Shenzhou 5 (het bemande ruimteschip) bijwoonde. Het was verrassend dat Jiang dit belangrijke evenement niet bijwoonde, want het werd gezien als een resultaat van zijn regering. Velen denken dan ook dat Jiang's invloed binnen de partij tanende is.