High-definition television
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
HDTV staat voor high-definition television of hoge-definitie televisie en is een televisietechniek met een kwaliteit die als geavanceerder wordt aangemerkt dan de bestaande analoge systemen PAL, NTSC en SECAM.
Hoewel HDTV in Europa pas van de grond begint te komen en het zeker nog een aantal jaren duurt voordat HDTV het huidige PAL/SECAM af gaat lossen, is het op andere continenten al wat verder. In Japan heeft men sinds 1991 (weliswaar analoog) een HDTV-kanaal, sinds 2000 ook 7 digitale HDTV-kanalen.
In de VS is de belangstelling voor HDTV groot, waarschijnlijk omdat tv-beeldschermen daar over het algemeen groter zijn dan in Europa. Ook bestaat er voor NTSC geen officiele breedbeeld-versie zoals PALplus, zodat de omschakeling naar HDTV in de VS voor consumenten ook een omschakeling naar breedbeeld inhoudt, die door velen verwelkomd wordt door de hoge populariteit van DVD en natuurlijk Blu-Ray.
Als groot voordeel van HDTV wordt genoemd het grotere aantal beeldlijnen, wat een aanmerkelijk scherper beeld mogelijk maakt, vooral duidelijk te zien op de huidige steeds groter wordende televisies. Een televisie met het HD ready-logo voldoet minimaal aan de laagste HDTV-specificaties. In het kort houdt dit in: kan minimaal 720 beeldlijnen weergeven en heeft een digitale ingang, in de praktijk een HDMI- of DVI-ingang en ondersteunt de kopieerbeveiliging HDCP. De HDMI-aansluiting is de beste aangezien dan ook het geluid digitaal is in tegenstelling tot een DVI-aansluiting.
Ter vergelijking, de huidige Europese tv-standaard PAL heeft 576 beeldlijnen geïnterlinieerd in een beeldverhouding van 4:3 of 16:9. HDTV daarentegen heeft 720 (progressief) of 1080 (geïnterlinieerd of progressief) beeldlijnen en heeft een beeldverhouding van 16:9. Niet alleen de resolutie is groter, ook de kleurruimte is groter dan bij PAL.
Inhoud |
[bewerk] Formaten
Er is niet één HDTV-formaat maar de standaard valt uiteen in een groot aantal (36) subformaten, welke weer gebaseerd zijn op het Amerikaanse ATSC-formaat.
De meest toegepaste HDTV-formaten zijn:
- 1280 x 720, progressief, 30, 50 of 60 Hz, aangeduid als 720p 30, 720p 50 of 720p 60
- 1920 x 1080, geïnterlinieerd, 50 en 60 Hz, aangeduid als 1080i 50 of 1080i 60, onterecht vaak aangemerkt als 'Full HD'
Andere HDTV-formaten zijn:
- 1920 x 1080, progressief, 50 en 60 Hz, aangeduid als 1080p 50 en 1080p 60 en als 'Full HD'
- 1280 x 720, progressief, 24 en 25 Hz, aangeduid als 720p 24 en 720p 25
- 1920 x 1080, progressief, 24, 25 en 30 Hz, aangeduid als 24p, 25p en 30p
[bewerk] Geschiedenis
In de jaren 70 begonnen de Japanners met het ontwikkelen van de opvolger van NTSC. Dit systeem heet MUSE en wordt nog steeds (2005) in Japan gebruikt, maar is nooit een groot succes geweest. Het is analoog en heeft 1150 beeldlijnen op 60 Hz geïnterlinieerd. Oorspronkelijk had het een beeldverhouding van 16:10, maar later werd dit veranderd naar 16:9. Japan is nu ook bezig met de overstap naar digitale HDTV met behulp van de ISDB-T technologie.
De Europeanen begonnen in de jaren 80 met een concurrerend formaat voor MUSE. Dit heette HD-MAC en had 1250 beeldlijnen op 50 Hz geïnterlinieerd. HD-MAC was deels analoog en deels digitaal. De bedoeling was om via het tussenformaat MAC (625 beeldlijnen, 16:9) geleidelijk over te gaan naar HD-MAC. Deze MAC-toestellen hebben in Nederland zo rond 1995 daadwerkelijk in de winkels gestaan maar MAC werd geen succes daar de benodigde bandbreedte (20 MHz) op satellieten simpelweg te duur was. Ook bestonden platte schermen nog nauwelijks, terwijl beeldbuizen in de voor HDTV benodigde grote breedbeeldformaten onpraktisch zwaar waren. Later ontwikkelden Philips, Grundig, Nokia, Thomson, Sony en Samsung PALplus, zodat het mogelijk werd de 576 PAL-beeldlijnen te gebruiken op een breedbeeld (16:9) televisie ('gewoon' PAL op breedbeeld heeft 430 beeldlijnen).
De Amerikanen, geschrokken door de Japanse en Europese voorsprong begonnen zelf in 1996 HDTV te ontwikkelen. Dit leidde tot de ATSC-standaard voor digitale televisie, dat in totaal 18 formaten omvatte waarvan 6 HDTV-formaten. Dit grote aantal formaten binnen één standaard komt door de moeizame politieke compromissen tijdens het proces waarmee deze standaard is ontwikkeld.
In Europa wordt de ATSC-technologie niet gebruikt, maar wordt de bestaande technologie DVB gebruikt, bestaande uit DVB-C (digitale televisie op kabel), DVB-T (digitale televisie via antenne's) en DVB-S (satelliet). Bij de introductie is nog geen gebruik gemaakt van HDTV, maar tegenwoordig is HDTV ook mogelijk op DVB-C en DVB-S, gebruikmakende van MPEG-2. De eerste experimenten op DVB-T zijn gestart, maar door een gebrek aan bandbreedte en het niet efficiënt genoeg zijn van MPEG-2 op hogere resoluties zal MPEG-4 gebruikt moeten worden. Op DVB-S startte 1 januari 2004 het Belgische bedrijf Euro1080 met eerste HD-TV-satellietuitzendingen, momenteel zijn er de kanalen HD1 t/m HD5. HD1 & HD2 zenden zowel in MPEG-2 als MPEG-4 uit. In oktober 2004 zijn de Duitse satellietkanalen Sat.1 en Pro7 begonnen met HDTV-uitzendingen maar hebben dit in 2007 beëindigd.
Anno 2005 neigen de Verenigde Staten naar standaardisatie op de 720p 60 én 1080i 60 varianten. Japan neigt naar 1080i 60, en Europa neigt naar 1080i 50 én 720p 50.
Een groot aantal bedrijven zoals, Samsung, Essent en Casema hebben ervoor gezorgd dat het wereldkampioenschap voetbal in 2006 in HDTV werd uitgezonden. De NOS en diverse Nederlandse kabelmaatschappijen gaven het signaal door in 1080i 50. Bij de EK 2008 en de Olympische spelen 2008 zal dat herhaald worden. Ook heeft de publieke omroep aangegeven dat zij begin 2009 zal beginnen met de doorgifte van Ned 1, 2 en 3 in HD.
Voor de ontvangst is een HD DVB-C (kabel) of een HD DVB-S-(satelliet)decoder nodig. Met behulp van de decoder kan het HD-signaal door een HD-ready-tv, indien nodig worden omgezet in 720p 50, en in HD-kwaliteit worden weergegeven. Ook op een gewone tv kan met behulp van de HD-decoder het HD-signaal zichtbaar worden gemaakt.
Ook de introductie in hetzelfde jaar van blu-ray en HD DVD, de concurrerende optische opslagmedia voor speelfilms op 1080p resolutie, bracht geen doorbraak.
[bewerk] Toekomst
In Japan is men inmiddels bezig met de opvolger van HDTV, namelijk UHDTV. Ultra Hoge Definitie Telvisie of Ultra High Definition Television in het Engels belooft een resolutie van 32 miljoen (7.680 x 4.320 pixels), een framerate van 60 fps., 22.2 kanalen geluid, 21 GHz frequency band, 600MHz, 500-6600 Mbps bandbreedte. Deze nieuwe standaard is vier keer zo breed en vier keer zo hoog als HDTV( max. 1920 x 1080), dus de resolutie is 16 keer zo hoog. 60 minuten UHDTV verbruikt ongeveer 11,6 terabytes aan data.
[bewerk] Zie ook
- Digitale televisie
- Analoge televisie
- Digitale radio
- Optische schijven