Gliacel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gliacellen (Grieks: glia = lijm) zijn cellen die in het zenuwstelsel voorkomen en de neuronen verzorgen. De verhouding gliacellen/zenuwcellen is ongeveer 10:1. In tegenstelling tot de neuronen zijn gliacellen wel in staat zich te delen.
Om precies te zijn, vervullen gliacellen een zevental functies:
- Het ondersteunen van het hersenweefsel; ze zorgen voor stevigheid en behoud van structuur. Tevens scheiden ze groepen neuronen van elkaar
- Oligodendrocyten in het centraal zenuwstelsel en Schwanncellen in het perifeer zenuwstelsel maken myeline om de axonen te beschermen en de elektrische geleiding te verbeteren
- Het opruimen van afval na neuronale verwonding of celdood
- Het bufferen van de concentratie kaliumionen in de extracellulaire ruimtes. Sommigen verwijderen transmitters die vrijkomen bij synaptische transmissie
- Tijdens de ontwikkeling van de hersenen wijzen sommige gliacellen de weg aan migrerende zenuwcellen en geven aan in welke richting de axonen moeten groeien
- Bepaalde gliacellen helpen de bloed-hersenbarrière in stand te houden
- Gliacellen voorziende de zenuwcellen van voedingsstoffen.
[bewerk] Soorten
Er zijn verschillende soorten gliacellen:
- Microgliacellen (ontstaan uit macrofagen, microgliacellen zijn van mesodermale afkomst)
- Macrogliacellen in het centraal zenuwstelsel:
- Macrogliacellen in het perifeer zenuwstelsel:
- Schwanncellen
- Satellietcellen