Genetische uitwisseling
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Genetische uitwisseling is het overdragen van genetisch materiaal (DNA en RNA) van het ene organisme op het andere. "Normale" genetische uitwisseling treedt op door het paren van dieren en door de bestuiving bij planten. Dit wordt "verticale gen-uitwisseling" genoemd. Een organisme krijgt bij verticale genuitwisseling zijn genetisch materiaal van zijn twee ouders.
Ook kan via kunstmatige weg, genetische manipulatie genoemd, genetische uitwissseling optreden. Dit kan tussen dezelfde soort (cisgenese), maar ook tussen verschillende soorten of organismen (transgenese). Dit wordt ook wel "horizontale gen-uitwisseling" genoemd.
[bewerk] Micro-organismen
Bij micro-organismen vindt veel horizontale gen-uitwisseling plaats. Horizontale genetische uitwisseling tussen bacteriën kan op drie manieren tot stand komen:
- Door transformatie, de opname van vrij DNA door een cel. Voordat dit mogelijk is moet vaak een voorbehandeling plaats vinden om de celmembraan doorlatend te maken. Dit kan met behulp van elektroschokjes.
- Door transductie. Zoals in planten virussen kunnen voorkomen zo kunnen in bacteriën fagen voorkomen. Fagen kunnen DNA van de ene bacterie naar een andere bacterie overbrengen.
- Door conjugatie. Tussen twee verschillende celtypen kan door celcontact DNA overgedragen worden. Hiervoor wordt meestal een conjugatiebuis (sexpilus) gevormd.
