Gaston Feremans

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Gaston Feremans (Mechelen, 20 mei 1907 – Berchem, 11 februari 1964) was een Vlaamse postromantische componist, organist en koordirigent.

Van hem zijn o.a. 6 missen, volksliedbewerkingen, symfonische en religieuze muziek bekend, waaronder oratoria, en werken voor beiaard.

Hij was daarnaast tenor, dirigent, en als uitstekend organist jarenlang aan verschillende kerken verbonden.

Hij studeerde orgel bij Jules Van Nuffel, Marinus de Jong en Flor Peeters aan de Interdiocesane kerkmuziekschool in Mechelen waar hij in 1929 de Prijs Lemmens-Tinel behaalde. Hij studeerde verder aan het Brusselse conservatorium bij Paul Gilson en August De Boeck.

Van 1 mei 1942 tot 31 december 1943 was hij, als opvolger van Arthur Meulemans, directeur van de muziekdiensten van Zender Brussel, tot hij in 1943 uit protest tegen de bemoeienissen en censuur van de Duitse overheid het radio-instituut verliet.

Toch werd hij na de oorlog veroordeeld tot zeven jaar gevangenis, en ontzetting uit zijn burgerrechten.

Zijn meest uitgevoerde compositie, ongetwijfeld Het gebed voor het vaderland, ontstond na de Tweede Wereldoorlog in de gevangenis van Lokeren, op een tekst van zijn medegevangene Remi Piryns. Die gevangenschap werd zijn meest vruchtbare periode. Er ontstonden een zestigtal composities.

Later kreeg hij zijn vrijheid en zijn burgerrechten terug.

Zijn oratorium Het bronzen hart, dat een lofzang is op de Sint-Romboutstoren en zijn beiaard, is aan Staf Nees opgedragen.

Feremans was een diepgelovig en getormenteerd man. Niet zomaar schreef hij boven de meeste van zijn partituren ‘Min cracht es min cruys’.

Het in 1997 opgerichte Gaston Feremansfonds beheert en bevordert het muzikale erfgoed van de componist. Het fonds ontving in 2007 de ANV-Visser Neerlandia-prijs.

[bewerk] werken en prijzen

volksliedbewerkingen

• Lestmael op eenen somerschen dagh
• Ick wil mi gaen vertroosten
• Daar zat een sneeuwwit vogeltje
• Het daghet in den oosten
• Daar waren twee koningskinderen
• Sa, laat ons vrolijk wezen

religieuze werken

• Maria, scone vrouwe
• O bone Iesu
• O salutaris hostia
• Pater, in manus tuas
• Kerstsprookje
• Tota pulchra es
• Christus vincit
• O sacrum convivium
• Och nachtegaal, ontwaak
• Angelus in Vlaanderen
• Maria, Hagedoren
• In uw handen
• Meiliedeken
• 6 missen, waaronder 3 voor mannenkoor

nationalistische werken

• Gebed voor het Vaderland (tekst: Remi Piryns)
• Mijn volk wordt groot
• Dietsche jeugd
• Het lied der Dietsche vrouwen (op teksten van Ferdinand Vercnocke).
• Schoon land
• Heimweeliedje uit het Scheldeland
• Mijn huisje aan de Netedijk
• Jeugdlied
• Nieuwe paden
• Staplied voor de jeugd’.

oratoria

• Johannes de Doper (1934)
• Maria (1936-1937)
• Laudes Valentini (1955-1956) (ter ere van "het heilig Paterken" Valentinus Paquay)
• Het bronzen hart (1961)

beiaardmuziek

• Variaties voor beiaard
• Fantasia op thema's van de Byzantijnse ritus
• Sonatine voor beiaard (1958) (bekroond met de Expo-prijs)
• Rhapsodische hymne van pijlers, transen en kantelen.
• Praeludium en Fughetta

kamermuziek

• Morgenstilte
• Het avondt uit alle wolken
• Herfst

pianowerken

• Volksdans (1933)
• Pianoboek voor Hendrika (gebundeld in 1983)

symfonisch werk

• concerto grosso
• Symfonisch Poema. In memoriam César Franck (1935)
• een eerste (en enige) "Symfonie in C klein" (1936)
• Ode aan Mechelen (onvoltooid)
• Geuzensymfonie. in opdracht van de VTB. Onvoltooid.

varia

• Cantate voor de Gustaaf Van Hoey-hulde (1937)
• Priester Daenscantate (onuitgevoerd, 1939)
• Jaarkrans van geestelijke en wereldlijke liederen. (1958)

prijzen

• de prijs Lemmens-Tinel (1929)
• de grote internationale prijs voor beiaardcompositie der stad Mechelen (1951)
• de prijs van de provincie Antwerpen voor kamermuziek (1952)