Filipijnse specht
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
| Filipijnse specht IUCN-status: Veilig[1] |
|||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Dendrocopos maculatus (Scopoli, 1786) |
De Filipijnse specht (Dendrocopos maculatus) is een specht die alleen voorkomt in de Filipijnen.
De Filipijnse naam voor deze vogel is Ta-ta-li-lik. De Tagalog benaming is Karpintero-maliit en in de Visayas wordt de vogel Balalatok genoemd.
Inhoud |
[bewerk] Algemeen
De Filipijnse specht is de kleinste van de in de Filipijnen levende spechten. De mannetjes verschillen van de vrouwtjes en de zeven verschillende ondersoorten verschillen ook nogal van elkaar. De eerste groep (D. m. maculatus, D. m. menagei en D. m. validirostris) hebben een wit bruin gestreepte rug, een witte keel met donkere plekken en een zwart-wit gestreepte onderzijde. De tweede groep (D. m. fulvifasciatus en D. m. leytensis) hebben een zwart-wit gestreepte rug, een witte keel, een witachtige bovenzijde van de borst met daarop opvallende zwarte plekken. De rest van de onderzijde van deze groep is zwart-wit gestreept met zo nu en dan wat geel. De derde groep (D. m. ramsayi en D. m. siasiensis) is niet of slechts licht gestreept aan de onderzijde en heeft een grote witte plek op de onderkant van de rug en romp, een helemaal rode kuif bij het mannetje, een witte keel, een gele borst met lichte bruine strepen en een licht bruin-wit gestreepte buik.
Het mannetje van D. m. validirostris heeft verder een donkeroranjebruin voorhoofd en kruin. De rest van de bovenzijde is zwartachtig bruin met witte strepen. De plekken achter de oren zijn zwartachtig bruin, de lijn boven de ogen wit. De kin en het midden van de keel is wit. De zijkanten van de keel en de bovenkant van de borst is wit met zwart plekken. De rest van de onderzijde is vaalwit gestreept met zwartachtig bruin. De snavel is zwart, de ogen bruin en de poten zwart. Het vrouwtje heeft geen rood in de nek.
Deze soort wordt inclusief staart 14 centimeter en heeft een vleugellengte van 8,5 centimeter.
[bewerk] Ondersoorten en verspreiding
Er zijn zeven verschillende ondersoorten bekend:
- Dendrocopos maculatus fulvifasciatus (Basilan, Dinagat en Mindanao).
- Dendrocopos maculatus leytensis (Bohol, Calicoan, Leyte en Samar).
- Dendrocopos maculatus maculatus (Cebu, Guimaras, Negros en Panay).
- Dendrocopos maculatus menagei (Sibuyan).
- Dendrocopos maculatus ramsayi (Bongao, Jolo, Papahag, Sanga Sanga, Sibutu en Tawi-Tawi).
- Dendrocopos maculatus siasiensis (Siasi).
- Dendrocopos maculatus validirostris (Catanduanes, Lubang, Luzon, Marinduque en Mindoro);
[bewerk] Leefgebied
De Filipijnse specht komt voor in bossen tot een hoogte van zo'n 2500 meter boven zeeniveau. Ze zijn vaak te vinden op de stam van bomen en zijn dan vaak alleen of in paartjes.
[bewerk] Voortplanting
Van deze soort is weinig bekend over de voortplanting in het wild. Een jong exemplaar in het nest is waargenomen in februari en een juveniel in mei.
[bewerk] Referentie
- Kennedy, R.S., Gonzales P.C., Dickinson E.C., Miranda, Jr, H.C., Fisher T.H. (2000) A Guide to the Birds of the Philippines, Oxford University Press, Oxford.
