EU-Dienstenrichtlijn
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De EU-Dienstenrichtlijn, bijgenaamd de Bolkesteinrichtlijn, verplicht EU-lidstaten tot het vrijgeven van hun dienstenmarkt, ten gunste van aanbieders in andere lidstaten. Met name voor middelgrote en kleine bedrijven zou dit een verbetering zijn. Ondernemers mogen in andere EU-landen geen extra eisen krijgen voor bijvoorbeeld diploma's en certificaten. De richtlijn werd op 16 februari 2006 door het Europees Parlement aangenomen, met 391 stemmen vóór en 213 tegen.
De richtlijn gaat uit van een zogeheten oorspronglandbeginsel: dienstverleners hoeven zich alleen te houden aan de wetten en regels van het land waar zij formeel gevestigd zijn.
Voor de invoering bestond er breed verzet tegen de richtlijn, onder andere van het Europees Vakverbond (een koepelorganisatie van vakbonden): tegenstanders vrezen voor de uitholling van arbeidsvoorwaarden en milieuwetgeving, doordat dienstverleners hun bedrijven (op papier) kunnen verplaatsen naar de lidstaten waar deze voor hen het gunstigste uitpakken.
Zie ook Bolkestein-maatregel |