Erfstadhouder
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Erfstadhouder is de benaming voor de functie die bekleed werd door de stadhouders van de gewesten Holland en Zeeland vanaf 1674, Friesland vanaf 1675, en de laatste twee stadhouders van alle gewesten van de Republiek der Verenigde Nederlanden vanaf 1747.
Bij het aantreden van Prins Willem IV van Oranje-Nassau besloten alle zeven gewesten de functie van stadhouder en kapitein-generaal van het leger na zijn overlijden over te laten gaan op zijn oudste zoon, Willem V van Oranje-Nassau.
Tot 1747 was er één stadhouder voor de gewesten Friesland en Groningen, die doorgaans gekozen werd uit het Huis Nassau-Dietz, en één stadhouder voor de gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Gelderland, die doorgaans gekozen werd uit het Huis van Oranje. Daar het erfgoed van beide vorstenhuizen in 1702 verenigd werd, kwamen alle gewesten vanaf 1747 (het einde van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk) onder één stadhouder te vallen.