Dumonceau
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dumonceau was een Nederlands adellijk geslacht waarvan leden de titel van graaf voerden.[1] Het stamt af van Jean Baptiste Dumonceau (1760-1821), afkomstig uit Brussel, die zich in 1809 tot burger van het Koninkrijk Holland liet naturaliseren. Hij bracht het tot maarschalk van Holland, grootofficier van de Kroon en generaal. Hij werd op 15 april 1810 ingelijfd in de napoleontische adel als graaf van Bergerduin en op 18 januari 1811 als comte de l'Empire. In 1820 werd hem in het Koninkrijk der Nederlanden de graventitel verleend. Dumonceau was twee keer getrouwd. Hij huwde op 5 mei 1782 in Brussel met Anne Marie Apolline Collinet. Na haar overlijden huwde hij op 15 maart 1796 in Groningen met Agnes Wilhelmina Cremers. Uit het eerste huwelijk werden twee kinderen geboren, en uit het tweede huwelijk kwamen elf kinderen.
Mannelijke telgen uit zijn nageslacht zouden anderhalve eeuw als hoveling de Nederlandse vorsten dienen. Zijn zoon Jean François Dumonceau (1790-1884) uit het eerste huwelijk erfde zijn adellijke graventitel en diende als generaal en adjudant van koning Willem III. Jean François' zoon Charles Henri Felix Dumonceau (1827-1918) was eveneens generaal en adjudant van Willem III en koningin Wilhelmina. Zijn zoon Joseph Henri Felix Dumonceau (1859-1952) was luitenant-generaal en opperceremoniemeester van Wilhelmina.
Anders dan veel Nederlandse adellijke families was de familie Dumonceaux niet vermogend en waren zij als katholieken de enige niet-protestantse hovelingen. Bovendien werd in adellijke kringen op napoleontische adel neergezien. Aan het hof hadden zij daardoor enerzijds niet bijzonder veel aanzien, maar anderzijds waren ze populair om hun loyaliteit, eenvoud, vriendelijkheid en wellevendheid.[2] Het Nederlandse koningshuis betaalde de hovelingen niet royaal, waardoor zeker de Dumonceaus zich geen kritiek op tirannieke en onredelijke meesters als Koning Willem III konden veroorloven. In 1952 stierf de familie in mannelijke lijn uit met de dood van Joseph Henri Felix graaf Dumonceau. [3]
| Bronnen, noten en/of referenties: |
|
D'Aubremé † • D'Auxy • Bentinck • Borluut † • Van den Bosch • Van Bylandt • De Borchgrave d'Altena • Du Chastel de la Howarderie † • Dumonceau • Van der Duyn • Festetics de Tolna • De Ficquelmont • De Geloes • Van der Goltz † • Van Gronsfeld Diepenbroeck † • Van Heerdt • Van Heiden † • De Hochepied • Van Hoensbroeck • Van Hogendorp • Von Hompesch-Rürich † • De Larrey † • Van Limburg Stirum • Van Lynden • De Marchant et d'Ansembourg • Van Nassau La Lecq † • De Norman d'Audenhove • Von Oberndorff • Van Oranje-Nassau van Amsberg • De Perponcher Sedlnitsky • Von Quadt • Van Randwijck • Von Ranzow • Van Rechteren • Van Reede † • Van Renesse † • De Riquet de Caraman • Schimmelpenninck • De Spangen † • Zu Stolberg-Stolberg • Van Wassenaer † • Wolff Metternich • Van Zuylen van Nyevelt
Geslachten die tot de adel van het Koninkrijk der Nederlanden behoren of hebben behoord. Lijst volgens opgave van de Hoge Raad van Adel. †: Geslacht uitgestorven of titel vervallen.
