Daniël Marot
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Daniël Marot (1661-1752) was een Nederlandse graveur en architect. Marot is verder bekend wegens zijn 250 gravures, die zijn gebruikt voor behang-, damast- en meubelontwerpen.
Hij was de zoon van de Franse architect Jean Marot (1619-1679) en een van de vele Hugenoten, die na de opheffing van het edict van Nantes naar De Republiek vluchtte. Marot kwam in dienst van koning-stadhouder Willem III en de Friese stadhouders. Marot bracht de stijl van Lodewijk XIV naar Nederland en Engeland, en ontwierp in deze stijl interieurs, gebouwen, zoals Hampton Court Palace en tuinen, bijv. Paleis Het Loo en Watervliet bewoond door Gerrit Corver en zijn schoonzoon Nicolaes Geelvinck in Velsen-Noord.
In 1686 vestigde Marot zich in Den Haag en vanaf 1720 aan het Noordeinde 164 in die stad. In dat huis woonde Marot tot zijn dood. De keuken en de tuin zijn tot de dag van vandaag bewaard gebleven.
In 1707 kocht hij een huis in de Sint Antoniesbreestraat. Tussen 1715 en 1747 bezat hij een huis aan de Reguliersgracht.
[bewerk] Ontwerpen
Marot wordt gezien als ontwerper van:
- het mooiste huis aan de Gouden Bocht: Herengracht 475 te Amsterdam;
- het Van Brants-Rushofje (Nieuwe Keizersgracht 28-44) (Amsterdam);
- de tuinen van Kasteel Rosendael;
- de oranjerie van de Hortus botanicus Leiden;
- het grafmonument van Menno van Coehoorn;
- het grafmonument van Hans Willem Bentinck in de Hervormde kerk Rhoon;
- Paleis Kneuterdijk;
- de 2 vleugels en diverse zalen van Paleis Huis ten Bosch;
- het interieur van de vergaderzaal van de Staten-Generaal in 1697, en de Treveszaal;
- een tuinpaviljoen met een rijk gedecoreerd interieur achter Noordeinde 140, dat nu als de Koepel van Fagel bekend en in de tuin van Paleis Noordeinde staat;
- vergulde houten kaarsenkroon in de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle.