Contrast
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een contrast is het verschil tussen tegenstellingen. Bijvoorbeeld tussen licht en donker of tussen twee kleuren, tussen personen.
In de fotografie is de beheersing van het contrast een technische uitdaging, ofwel hoe krijg je de foto zo dat zowel in de donkere als in de lichte gedeeltes nog details te zien zijn. Een (zwart-wit) negatief kan, als het normaal ontwikkeld is een contrast van ongeveer een factor 1000 overbruggen. De afdruk kan vervolgens gemaakt worden op 'hard' of 'zacht' fotopapier, waarbij zacht papier grote verschillen in belichting vertaalt naar kleine verschillen in grijstint, en hard papier net omgekeerd. Extreem hard papier heeft een abrupte overgang van wit naar zwart zonder tussenliggende grijstinten.
De Amerikaanse fotograaf Ansel Adams ontwikkelde een systeem waarmee door pre-visualisatie en een gestandaardiseerde afwerking bij het maken van de foto al exact bepaald kan worden welke tinten de uiteindelijke foto zal krijgen. Dit systeem noemde hij het Zone-systeem.
[bewerk] Digitale fotografie
Bij de digitale fotografie wordt het contrast veelal automatisch binnen zekere grenzen aangepast aan de opnameomstandigheden. De beeldinformatie die van de beeldsensor komt wordt meestal met een oplossend vermogen van 12 bits gedigitaliseerd, waarmee 4096 verschillende helderheidsniveaus beschikbaar zijn. De meeste bestandsformaten, zoals JPEG kennen (per kleur) maar 8 bits oftewel 256 helderheidsniveaus. De in de camera ingebouwde processor zal de verdeling van de helderheden analyseren en de kleurdiepte terugbrengen tot wat nodig is. Bij gebruik van het RAW opslagformaat kan deze berekening achteraf uitgevoerd en door de gebruiker beïnvloed worden.