Constitutieve autonomie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Constitutieve autonomie is de term die in België gebruikt wordt om de bevoegdheden van de gemeenschappen en gewest en aangaande de inrichting van hun eigen instelling aan te duiden. Dit is een grondwetgevende bevoegdheid, binnen de perken van de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen.
De Belgische staatshervorming is centrifugaal: de unitaire Staat heeft gedeeltelijk bepaalde bevoegdheden afgestaan aan de deelgebieden. Dit verklaart waarom de constitutionele regels van die deelstaten geregeld zijn in federale normen, zoals de Belgische Grondwet en de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen.
In 1993 kregen de deelstaten enige vorm van constitutieve autonomie.
De Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest kunnen hun instellingen nu gedeeltelijk zelf regelen, nl. wat betreft de verkiezing, samenstelling en werking van hun parlement en de samenstelling en werking van hun regering. Meer concreet kunnen zij volgende maatregelen nemen:
- wijziging van de kieskringen en hun hoofdplaats
- wijziging van het aantal parlementsleden
- aspecten van het kiesstelsel, mits naleving van een aantal principes zoals de evenredige vertegenwoordiging
- aangelegenheden met betrekking tot de werking van het parlement
- het betrekken van rechtstreeks verkozen senatoren bij hun werkzaamheden
- het recht van onderzoek
- het aantal regeringsleden
- onverenigbaarheden tussen een regeringsfunctie en andere mandaten
- werking van de regering en de verhouding tot het parlement
- de vergaderingen van de leden van het parlement en de regering
- de vergoeding van de leden van de regering
De regels die hiertoe worden aangenomen bij decreet, moeten met een bijzondere meerderheid worden aangenomen: 2/3 van de uitgebrachte stemmen moeten voor het decreet stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden aanwezig is.
Op die manier kunnen de deelstaten dus een beperkte vorm van Grondwet tot stand brengen.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft (voorlopig) deze bevoegdheid nog niet gekregen, omdat de constructie van die instellingen erop gericht is de Vlaamse minderheid te beschermen (met pariteit in de regering, verzekerd aantal verkozenen,…) en men wil niet dat dit in Brussel eenzijdig gewijzigd zou kunnen worden, aangezien dit samenhangt met de regeling voor de Franstalige minderheid op federaal niveau.
Ook de Duitstalige Gemeenschap heeft deze bevoegdheid nog niet gekregen.