Codex Manesse
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Codex Manesse of het Große Heidelberger Liederhandschrift is een geïllumineerd verzamelhandschrift of codex uit ca. 1300, waaraan in ca. 1340 addenda zijn toegevoegd. De codex werd besteld door het patriciërsgeslacht Manesse en te Zürich vervaardigd. Het werk bestaat uit 426 bladen uit perkament.
[bewerk] Inhoud
Het verzamelhandschrift is de belangrijkste bron voor onze kennis van de Middelhoogduitse liefdeslyriek en bevat teksten van 140 zogenaamde Minnesänger, onder wie een aantal bekende vorsten.
Het rijk geïllustreerde manuscript telt 138 miniaturen met portretten van de dichters, bijvoorbeeld van Walther von der Vogelweide. Er is ook een portret bij van hertog Jan I van Brabant, vermoedelijke auteur van het minnelied waarvan elke strofe eindigt met de uitroep 'Harba lori fa', en van Hendrik van Veldeke (Heinrich von Veldig), die aan het begin staat van de Middelnederlandse en Middelhoogduitse poëzie. Of deze portretten een natuurgetrouwe weergave zijn is erg twijfelachtig aangezien de codex werd samengesteld toen sommige afgebeelde schrijvers al meer dan een eeuw overleden waren.
De opgenomen teksten zijn min of meer gerangschikt volgens de sociale status van de auteur. De verzameling opent met gedichten van Hendrik IV, keizer van het Heilige Roomse Rijk.
[bewerk] Lotgevallen van het handschrift
De codex was voor een tijdje in het bezit van Baron von Hohensax. Na 1657 kwam het manuscript terecht in de Franse koninklijke bibliotheek waarna het werd opgenomen in de collecties van de Bibliothèque Nationale. Daar werd het onder anderen door Jacob Grimm geraadpleegd. In 1888 werd de codex verkocht aan de Bibliotheca Palatina te Heidelberg die daarvoor een publieke geldinzameling organiseerde.
[bewerk] Externe link
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Codex Manesse op Wikimedia Commons.
|