Categorie (filosofie)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een categorie of predicaatstype is in de filosofie en de logica een begrip dat verwijst naar de meest algemene kenmerken van het predicaat, de eigenschap van iets. Het woord "categorie" komt uit het Grieks en betekende aanvankelijk "beschuldiging"; men bedoelde daarmee datgene wat over iets of iemand gezegd kan worden.
Categorieën zijn altijd indelingen naar de meest algemene kenmerken van predicaten, maar men kan op meerdere manieren naar predicaten kijken. Als men predicaten opvat als dingen die verwijzen naar de werkelijkheid (zoals in de metafysica of ontologie van Aristoteles), dan noemt men deze categorieën metafysische categorieën of predikamenten (in het Engels: categories of being); is men daarentegen geïnteresseerd in de logica of inhoud van het begrippenkader (of in de epistemologie of in de bestudering daarvan zoals bij Kant), dan heeft men het over logische categorieën.
Inhoud |
[bewerk] Foutief gebruik van een categorie
Een categorie of predicaatstype kan verkeerd worden gebruikt, hetgeen resulteert in een zogenaamde categoriefout. Bijvoorbeeld, stel: Socrates is een mens die langer is dan Alcibiades. Maar als Alcibiades na een paar jaar wat groter geworden is, dan is Socrates niet meer wat hij was (hij is dan niet meer langer dan Alcibiades namelijk). Maar als Socrates niet meer is wat hij was, is hij dan ook geen mens meer? Als men dit zou bevestigen, dan maakt men een categoriefout, omdat het ene ("langer dan") slaat op de categorie relatie, terwijl het andere ("mens") slaat op de (klassieke) categorie substantie (essentie of wezen)
[bewerk] Categorie in de Griekse tijd
Categorieën zijn in de westerse cultuur geïntroduceerd door de Grieken (maar kwamen in India, meer precies in de Vaiseshika-filosofie, al eerder voor). Pythagoras onderscheidde er twintig, die hij onderverdeelde in tien goede en tien slechte. De begripsrealist Plato had er maar vier nodig, te weten: zijn, identiteit, diversiteit en verandering. De meeste invloed op de westerse filosofie had Aristoteles, die aanvankelijk tien categorieën onderscheidde (Zie de externe links en Over de Categorieën).
[bewerk] Categorie gezien door Kant
In de moderne filosofie werd het karakter van de categorieën door Kant wezenlijk herzien. Hij was van mening dat de oude categorieën niet systematisch bepaald waren en dat de lijst niet uitputtend was.
Hij maakte eerst het analytische onderscheid dat men zich over de dingen op twee verschillende manieren kan uitlaten (we kunnen ze namelijk empirisch en rationeel benaderen; zie ook zijn transcendentale filosofie) en ter wille van de zuiverheid van het door hem gebruikte begrippenkader beperkte hij zich bij de bepaling van wat categorieën waren tot het strikt rationele gedeelte. Vervolgens construeerde hij een nieuwe lijst die gebaseerd was op de vier soorten fundamentele oordelen die men reeds in de klassieke logica onderscheidde terwijl hij op ieder van deze vier mogelijkheden een driedeling toepaste. Zo verkreeg hij binnen zijn idealistische en transcendentale filosofie twaalf categorieën die beschouwd moeten worden als de fundamentele (dat betekent hier: niet van de empirie afhankelijke) vormen van het menselijk oordeel over de dingen.
[bewerk] Categorie en causaliteit
Sinds David Hume met vlijmscherpe logica bewezen heeft dat er van causaliteit geen sprake kan zijn, heeft Kant een poging ondernomen om causaliteit te redden uit Hume's scepticisme, en daarmee ook de waarde van bijvoorbeeld de fysica van Isaac Newton te redden, die geen waarde heeft zonder het begrip causaliteit.
Kant stelt namelijk dat we wel in oorzaak-gevolg relaties kunnen redeneren, en hij komt hiertoe door te stellen dat de mens inherent een aantal categorieën heeft die a priori zijn en niet uit de ervaring afleidbaar. Eén van deze categorieën is causaliteit.
Deze categorieën zijn tevens de noodzakelijke voorwaarden om aan kennis te komen. Zintuigelijke stimuli worden automatisch in categorieën gegoten. Bijvoorbeeld tijd en ruimte en kwantiteit: elke zintuigelijke gewaarwording veronderstelt dat het zich afspeelt in tijd en ruimte. Als ik bijvoorbeeld zeg: "kijk, daar rijdt een auto", veronderstelt dit al een kwantiteit: namelijk 1 auto. Dit is niet uit de zintuigen afleidbaar en deze categorieën bepalen de mogelijkheidsvoorwaarden voor zintuigelijke kennis.
Een metafoor kan dit verduidelijken. Een bandopnemer kan enkel geluid opnemen, het bezit dus een categorie om geluiden op te nemen, doch kan geen beelden opnemen. Deze bandrecorder kent dus maar een deel van de werkelijkheid, door het feit dat hij maar over die ene vorm beschikt. Zo is het ook bij de mens, redeneerde Kant: we moeten kijken welke vormen de mens heeft om de realiteit te ordenen. De mens heeft weliswaar meer categorieën of vormen dan een bandrecorder, doch het deel van de werkelijkheid dat wij kunnen kennen hangt ook integraal af van de categorieën die wij bezitten.
Doordat Kant de trancendentale categorieën als mogelijkheidsvoorwaarde voor kennis liet fungeren en dit eveneens met vlijmscherpe logica ondersteunde, slaagde hij erin het causaliteitsbegrip van de ondergang te redden die door Hume's logica dreigde.
[bewerk] Externe links
- Eerste deel van Aristoteles' De Categorieën (Engelse vertaling, zie part 4)
- De categorieën bij Kant (Het betreffende hoofdstuk uit de Kritik der reinen Vernunft, vertaald in het Engels)