Carmen Maura
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Carmen García Maura, beter bekend als Carmen Maura (Madrid, 15 september 1945) is al ruim 20 jaar een van de bekendste Spaanse actrices en heeft zowel in haar eigen land als daarbuiten al diverse prijzen gewonnen.
[bewerk] Biografie
Carmen Maura komt uit een welgestelde en conservatieve familie uit de Madrileense wijk Chamberí. Tijdens haar jeugd woonde ze naast het huis van de schrijver Edgar Neville en de actrice Conchita Montes. Haar vader was oogarts en haar moeder runde een kunstgalerie in het centrum van de stad. Ze was al van kinds af aan zeer geïnteresseerd in acteren. In Parijs studeerde ze filosofie en schone kunsten, later trouwde ze met een advocaat en kreeg ze een dochter en een zoon. Toen ze bij het amateurtoneel ging van het Madrileense universiteitstheater werd ze al snel ontdekt door een theaterrecensent, die haar aanraadde om zich geheel op het acteerwerk te gaan richten.
In de eerste jaren bleef het bij kleine opdrachten in theaters, bij bedrijfspresentaties en soms voor de televisie. Dat groeide beetje bij beetje uit totdat ze vast lid werd van de prestigieuse theatergroep "Los Goliardos". Hierdoor raakte ze bekend met de grote namen van de Spaanse theaterwereld en kreeg ze haar eerste kleine filmrollen.
Zo kwam ze ook in contact met de regisseur Pedro Almodóvar die in die tijd (de jaren zeventig) actief was in de zogenaamde "movida madrileña" een groep die bestond uit anti-Franco activisten en kunstenaars, na de dood van Franco speelde deze groepering een belangrijke rol tijdens de culturele bevrijding op weg naar de democratie. Er ontstond een bijzondere band met de jonge regisseur en ze maakten samen en met anderen diverse kleine undergroundfilms, die niet altijd bijzonder smaakvol waren en eerder als een protest tegen de conservatief-burgerlijke Spaanse staat waren gericht, dan als artistiek bedoeld waren. Een typisch voorbeeld daarvan is de korte film "Folle, folle, fólleme Tim" hetgeen letterlijk: "Neuk, neuk, neuk me Tim" betekent.
Na het herstel van de democratie konden films waarin seks en drugs alsmede homoseksualiteit en travestie makkelijker gemaakt worden, en dit bleven terugkerende thema's in de films van Almodóvar waarin Carmen Maura vaak een hoofdrol speelde. Maar ook met andere regisseurs die van de nieuwe vrijheden gebruik maakten, werkte Maura veel samen.
Haar nationale doorbraak voor het grote publiek kwam met een andere schandaalfilm van Almodóvar, namelijk "Entre tinieblas" waarin ze een non speelde. De film was zeer controversieel, omdat het draaide om een groepje nonnen die onder andere in drugs handelden en er lesbische contacten op nahielden. Waarschijnlijk juist omdat de film zoveel werd besproken, werd het ook een groot succes. Dat gold ook voor de volgende films die ze met dezelfde regisseur maakte. In "La ley del deseo" (De wet van het verlangen) speelde ze een transseksueel en de film "Mujeres al borde de un ataque de nervios" (Vrouwen op de rand van een zenuwinzinking) leverde haar haar eerste oscarnominatie op, in de categorie "Beste niet-Engelstalige film".
Desondanks kwam de "tandem" Almodóvar-Maura om onduidelijke redenen tot stilstand, maar ook met andere regisseurs bleef haar carrière succesvol en won de actrice diverse Europese filmprijzen op filmfestivals in Cannes en San Sebastian. In 2006 kwamen zij en Almodóvar weer bij elkaar om de succesfilm "Volver" te maken.
Carmen Maura is de achterkleindochter van de nicht van Antonio Maura, die tot vijf keer toe de eerste minister van Spanje was aan het begin van de 20e eeuw. Ook de bekende 19e eeuwse dichter Gabriel Maura en de schilder Francisco Maura zijn familie van haar.
[bewerk] Filmografie
- 2008
- Dare to love me (Alfonso Arau) met Paz Vega en Shakira. (voorbereidende fase)
- The Garden of Eden (John Irvin) (in productie)
- 2007
- Que parezca un accidente (Guillermo de la Guardia)
- El menor de los males (Antonio Hernández)
- 2006
- Nos chères têtes blondes (Charlotte Silvera)
- Volver (Pedro Almodóvar).
- 2005
- Ángeles de negro
- Free Zone
- Reinas (Manuel Gómez Pereira).
- 2004
- Entre vivir y soñar
- Al otro lado
- La promesa
- 2002
- 800 balas (Alex de la Iglesia).
- Valentín (Alejandro Agresti)
- 2001
- El palo (Eva Lesmes).
- 2000
- La Comunidad (Alex de la Iglesia)
- 1999
- Lisboa
- 1998
- Alice y Martin (André Téchinè)
- 1997
- Ellas (Luís Galvao Teles)
- Alliance cherche doigt (Jean-Pierre Mocky)
- Tortilla y cinema (Martin Provost)
- Vivir después (Carlos Galettini)
- 1996
- Amores que matan (Juan Manuel Chumilla)
- 1995
- La alegría está en el campo (Etiane Chevaliez)
- El palomo cojo (Jaime de Armiñán)
- Pareja de tres (Antoni Verdaguer)
- El rey del río (Manuel Gutiérrez Aragón)
- 1994
- Cómo ser infeliz y disfrutarlo (Enrique Urbizu)
- 1993
- Sombras en una batalla (Mario Camus)
- Louis, enfant roi (Roger Planchon)
- 1992
- La reina anónima (Gonzalo Suárez)
- Sur la terre comme au ciel (Marion Hänsel)
- 1991
- película (Félix Roteta)
- Cómo ser mujer y no morir en el intento (Ana Belén)
- 1990
- ¡Ay, Carmela! (Carlos Saura)
- 1989
- Bâton rouge (Rafael Moleón)
- 1988
- 1987
- La ley del deseo (Pedro Almodóvar)
- 1986
- Tata mía (José Luis Borau)
- Delirios de amor (Cristina Andreu)
- Matador (Pedro Almodóvar)
- 1985
- Sé infiel y no mires con quién (Fernando Trueba)
- Extramuros (Miguel Picazo)
- 1984
- ¿Qué he hecho yo para merecer esto? (Pedro Almodóvar)
- Sal gorda (Fernando Trueba)
- 1983
- El Cid cabreador (Angelino Fons)
- Entre tinieblas (Pedro Almodóvar)
- 1982
- Femenino singular (Juanjo López)
- 1980
- Gary Cooper, que estás en los cielos (Pilar Miró)
- El hombre de moda (Fernando Méndez Leite)
- 1978
- Los ojos vendados (Carlos Saura)
- De fresa, limón y menta (Miguel Ángel Díez)
- Folle... folle... fólleme Tim! (Pedro Almodóvar)
- Mi blanca Varsovia (Javier Quintana)
- ¿Qué hace una chica cómo tú en un sitio como éste? (Fernando Colomo)
- Menos mi madre y mi hermana (Jaime Villate)
- 1977
- Tigres de papel (Fernando Colomo)
- 1976
- El libro de buen amor II (Jaime Bayarri)
- La mujer es cosa de hombres (Jesús Yagüe)
- Una pareja como las demás (Miguel Ángel Díez)
- Ir por lana' (Miguel Ángel Díez)
- Pomporrutas imperiales (Fernando Colomo)
- La petición (Pilar Miró)
- 1975
- Leonor (Juan Luis Buñuel)
- El love feroz (José Luis García Sánchez)
- La encadenada (Manuel Mur Oti)
- Vida íntima de un seductor cínico (Javier Aguirre)
- 1974
- Don Juan (Antonio Mercero)
- Tanata (Luis Mamerto López-Tapia)
- 1973
- Un casto varón español (Jaime de Armiñán)
- El asesino está entre los trece (Javier Aguirre)
- 1971
- El hombre oculto (Alfonso Ungría)
- Mantis (Luis Mamerto López-Tapia)
- 1969
- El espíritu (Juan Tamariz)