Canvas (materiaal)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Canvas is een stevig weefsel traditioneel gemaakt van hennepvezels.
[bewerk] Toepassing
Canvas werd door de oude schildermeesters gebruikt als doek om op te schilderen.
Canvas wordt gebruikt voor (dek)zeilen, zonneschermen en dergelijke. In deze toepassingen is het grotendeels vervangen door synthetische materialen.
Canvas wordt tegenwoordig ook wel weer voor tassen en kleding gebruikt, maar dan wordt het materiaal meestal gewoon hennep genoemd.
Canvas dat van een inkjet-coating is voorzien, kan uitstekend gebruikt worden voor reproducties van schilderijen. Dit geeft een authentiek effect, hoewel het reliëf, veroorzaakt door dikke klodders verf in het origineel, natuurlijk niet te zien is.
[bewerk] Traditionele productiemethode
Vroeger werd het weefsel met de hand geweven en daarna op een raam gespannen. Daarna werd een voorlijming aangebracht, waarvoor beenderlijm werd gebruikt. Het voorbereiden en het strijken van de beenderlijm op het weefsel is een moeilijk beheersbaar proces. Omdat beenderlijm oplosbaar is in water, kan dit storen bij het schilderen. Daarom werd er aluin aan de beenderlijm toegevoegd. Ook andere stoffen als "ei" en honing werden aan de beenderlijm toegevoegd.
Na het lijmen werd het canvas van een grondering voorzien. In de grondering zijn pigmenten aanwezig, die het canvas een bepaalde kleur geven. Verschillende schilders gebruikten dan ook verschillende kenmerkende canvaskleuren. Rembrandt had een voorkeur voor donkerbruine kleuren; Rubens gebruikte liever een helder wit canvas met een lichtblauwe tint. Als pigment werd het loodwit gebruikt. Loodwit is echter giftig, zodat dit tegenwoordig door andere pigmenten is vervangen.
[bewerk] Moderne productiemethode
Moderne industriële productie van canvas maakt gebruik van polyester en/of katoen draden. Katoen is een natuurlijk materiaal en wordt meestal gebleekt. Slechte kwaliteit katoen kan je herkennen doordat veel zwarte resten/punten in het textiel te zien zijn. Hoe meer polyester, hoe egaler het canvas.
Op een weefmachine worden de verschillende draden tot een textiel geweven. Dit gebeurt meestal in een 1:1 of een 2:1 constructie, wat wil zeggen het aantal draden horizontaal en verticaal. De 2:1 constructie is kwalitatief beter, doordat het textiel dichter geweven is.
Er bestaan canvas-soorten met een bruine achterkant. Dit moet het canvas een authenthiek karakter geven. De bruine kleur wordt slechts zelden veroorzaakt door de kleur van het katoen, meestal wordt deze zijde met een bruine verf gekleurd.
Industrieel canvas wordt vaak nog van een laag coating voorzien. Deze coating bestaat uit polyacrylaat of polyurethaan als binder, met pigmenten als kaolien, krijt (calciumcarbonaat), zinkwit of titaanwit (titaandioxide). De functie van deze coating is om het materiaal ondoordringbaar te maken voor bijvoorbeeld verf, zodat de achterkant van het doek niet meegekleurd wordt. Of het is juist een oppervlakte voor een goede hechting van de verf aan het canvas.