Breedbekstrandloper
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Breedbekstrandloper IUCN-status: Veilig[1] |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Limicola falcinellus (Pontoppidan, 1763) |
De breedbekstrandloper (Limicola falcinellus) behoord tot de familie der strandlopers (Scolopacidae).
[bewerk] Omschrijving
De breedbekstrandloper is 17 à 18 centimeter lang en is kleiner dan de bonte strandloper (Calidris alpina), maar groter dan de kleine strandloper (Calidris minuta). De soort heeft opvallend korte poten en een lange snavel met een zwarte basis en een geknikte punt. De bovenzijde is donker met lichte, snipachtige strepen. De onderzijde is wit. In de winter is hij meer grijs van kleur.
[bewerk] Leefgebied
De breedbekstrandloper komt voor op begroeide slikken, op vloeivelden en in moerassen en in mindere mate langs de zeekust. Het voedsel van de breedbekstrandloper bestaat uit insecten, slakken, wormen en zaden. Het broedgebied bevindt zich in Noord-Europa en met name op natte venen en in moerassen. Het overwinteringsgebied bevindt zich in het Middellandse Zeegebied. In Nederland is het een onregelmatige gast, in België een dwaalgast.
[bewerk] Geluid
De breedbekstrandloper produceerd een rollende tsrrriek en in de vlucht een korte tik.