Brandstofcelbus
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De brandstofcelbus is een elektrisch aangedreven stadsbus die via een brandstofcel op het dak van de bus van elektrische stroom wordt voorzien. De brandstofcel zet een brandstof om in elektriciteit, door als brandstof waterstof te gebruiken is een brandstofcelbus net zo schoon als een trolleybus.
De brandstofcelbus zou in de toekomst het einde van de trolleybus kunnen betekenen, omdat deze bus het voordeel van elektrische aandrijving (geen uitstoot van uitlaatgassen in de stad) combineert met het voordeel van rijden zonder gebondenheid aan bovenleidingen.
De nadelen van de brandstofcelbus zijn vooral de hoge aanschafkosten van de bussen en de kosten van de waterstofproductie-unit en tankinstallatie.
Inhoud |
[bewerk] CUTE
In het kader van het het Europese project Clean Urban Transport for Europe (CUTE) testen 9 Europese stadsvervoerders elk 3 stadsbussen met een brandstofcel. De bussen gaan rijden of rijden al in Reykjavik, Madrid, Barcelona, Hamburg, Stuttgart, Luxemburg, Londen en Stockholm. Het project zal zo'n twee jaar duren.
In het Australische Perth komen bussen met brandstofcel te rijden in het kader van een ander project.
[bewerk] Nederland
In Nederland doet het vervoerbedrijf GVB mee aan het CUTE-project. Sinds 14 december 2003 rijden de drie Amsterdamse brandstofcelbussen op de lijnen 35 en 38 in Amsterdam-Noord.
[bewerk] België
In België bouwde Van Hool een prototype voor een brandstofcelbus, in samenwerking met verschillende industriële partners en de Vlaamse Overheid. Hiervoor nam de busfabrikant het driedeursmodel NewA330 als basis. De bus werd uitgerust met een tweede achteras, en is langer dan een gewone standaardbus (13,2 meter in plaats van 12 meter). Hij blijft echter bijzonder wendbaar, dankzij de meesturende tweede as. De bus is fluisterstil omdat er geen bewegende delen aanwezig zijn in de aandrijving. Het prototype kreeg de naam NewA 330FC (=FuelCell), en gebruikt de energie van een brandstofcel die met waterstof gevoed wordt als aandrijving. Er heeft geen verbrandingsproces plaats, waardoor er geen enkele schadelijke stof wordt uitgestoten. Het enige wat de bus uitstoot is waterdamp. Omdat de cel niet genoeg vermogen kan leveren voor het optrekken wordt ze bijgestaan door elektriciteit uit batterijen. Bij het afremmen wordt de remenergie gerecupereerd om de batterij terug op te laden. Voor het testen van de "waterstofbus" werd beroep gedaan op de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn.
Vanaf 18 juni 2007 werd het voertuig tussen Antwerpen en Lier ingezet. Tijdens deze eerste proefperiode bleek het model nog vele problemen te vertonen. Zo opteerde men na enige tijd onder andere voor een ander merk batterij, aangezien de eerste batterijen te zwak bleken en te veel pannes veroorzaakten.
Vanaf 3 maart 2008 wordt de bus ingezet tussen Sint-Niklaas en Dendermonde, vermoedelijk tot eind april. Het voertuig heeft een vaste dienst op lijn 91, en moet nog dagelijks naar de Van Hool-fabriek te Lier voor opvolging en om waterstof te tanken. Intussen zijn er verschillende persvoorstellingen, en de bus zal nog op verscheidene plaatsen proef lopen. Diverse vervoersbedrijven toonden reeds interesse voor het model. Het zal echter nog wel een tijd duren eer men in serie kan beginnen produceren, al is men wel overtuigd van de haalbaarheid van serieproductie, eens het model volledig op punt staat.