Beleg van Maastricht (1632)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
||||||||||||||||||||||||
Parma's Negen Jaren
Eerste Maastricht • Den Bosch • Mechelen • Halle • Zwolle • Steenwijk • Eerste Breda • Noordhorn • Punta Delgada • Eerste Antwerpen • Boksum • Zutphen • Eerste Bergen-op-Zoom • Grevelingen • Soltkamp Elf jaren strijd |
Het beleg van Maastricht van 1632 vond plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in de periode van 9 juni tot en met 22 augustus 1632.
Inhoud |
[bewerk] Voorgeschiedenis
Frederik Hendrik wist in juni 1632 zonder al te veel moeite de steden Roermond, Sittard en Venlo op de Spanjaarden te heroveren. Hoewel Maastricht ver in het door de Spanjaarden bezette zuidelijke gebied lag, dacht hij de stad te kunnen veroveren, mede dankzij steun van de lokale bevolking.
Ingenieur Perceval maakte al voor het beleg een uitgebreide studie van hoe de aanval moest worden uitgevoerd.
[bewerk] Het beleg
Op 9 juni 1632 kwam Frederik Hendrik met zijn Franse, Waalse, Engelse en Schotse troepen bij Maastricht aan.
De compagnie van Brederode sloeg zijn kamp op voor de Boschpoort. De graaf Limburg van Stierum en Johan Maurits van Nassau-Siegen omsingelden Wyck. De Friezen, onder bevel van kolonel Pinsen van der Aa bezetten de Sint Pietersberg.
De Spaanse troepen bestonden uit dertig compagnieën infanterie en een compagnie cavalerie en telde 2000 man. Net als tijdens het beleg van 1579 vocht de bevolking mee, in dit geval echter aan de zijde van de Spanjaarden.
De troepen van Frederik Hendrik bestonden uit 17000 man infanterie en 4000 cavalerie.
De strijd duurde tot 21 augustus. Toen zonden de belegerden een onderhandelaar om een wapenstilstand voor te stellen en de volgende dag werd de overgave getekend.
Gedurende het beleg werden twee legers gezonden om Maastricht te ontzetten. Op 2 juli 1632 kwamen de Spaanse troepen, 18000 man infanterie en 6000 cavalerie onder leiding van Don Gonzalez de Córdoba aan bij Maastricht. Deze viel de troepen van Frederik Hendrik echter niet aan, omdat hij deze superieur achtte. De Spaanse troepen werden echter naderhand verstrekt door 12000 man infanterie en 4000 cavalerie onder leiding van Godfried Hendrik Graaf van Pappenheim.
Deze laatste trachtte te vergeefs de vijandelijke linie bij Amby te doorbreken, alwaar op 17 augustus een bloedige strijd plaats vond, die van 's middags tot tegen de avond duurde. Pappenheim verloor tijdens de slag zijn beste officieren en werd gedwongen terug te trekken.
Volgens de geschiedschrijvers was de overwinning van de Nederlandse troepen voor een groot deel te danken aan de inzet van Frederik Hendrik zelf, die persoonlijk de troepen aanvoerde.
[bewerk] Gevolgen van het beleg
Na de bevrijding van Maastricht door Frederik Hendrik werd de stad nog herhaaldelijk belegerd of bedreigd door Spaanse troepen, maar nooit meer door de Spanjaarden veroverd. De sancties tegenover de katholieken die de Spanjaarden voor en tijdens het beleg hadden gesteund bleven beperkt.
Bronnen, noten en/of referenties: |
|