Arthur Nebe

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

SS-Gruppenführer Arthur Nebe (13 november 1894 - † 21 maart 1945) was een Berlijns politiecommissaris in de jaren 1920 en was reeds vroeg lid van de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS).

In 1936, werd hij aangesteld als het hoofd van de Kriminalpolizei (Kripo), dat later de criminele politie of recherche zou worden van Afdeling V in het Reichssicherheitshauptamt. Hij voerde tussen juni 1941 en November 1941 Einsatzgruppe B aan, die verantwoordelijk was voor grootschalige moordpartijen in Wit-Rusland. Zijn moordcommando eliminineerde binnen de periode van 5 maanden naar schatting 45,000 Joden. De Einsatzgruppen werden uitgestuurd door SS-Obergruppenführer Reinhard Heydrich (Hoofd van het RSHA) om die personen te elimineren die door de Nazi's onwenselijk waren in de nieuwe wereldorde van het Derde Rijk. Bij een bezoek van Heinrich Himmler aan Minsk liet Nebe 100 personen executeren voor de ogen van Himmler. Himmler was danig aangedaan wanneer twee vrouwen niet onmiddellijk werden doodgeschoten en gaf het bevel om meer humane manieren te zoeken voor de moorden. Er staat vermeld dat Nebe dynamiet gebruikte tegen mentaal gehandicapte personen...

Na zijn taak in Rusland nam hij opnieuw zijn taak op bij de Kriminalpolizei. Men vermoed dat Arthur Nebe betrokken was bij verscheidene complotten, waaronder het complot tegen Hitler. Na de mislukte aanslag tegen Hitler van 20 juli 1944 vluchtte hij naar een eiland in de Wannsee maar werd later gearresteerd nadat een afgewezen minnares hem verklikte. Volgens de Nazi archieven werd hij geëxecuteerd op 21 maart 1945, maar er zijn verscheidene ooggetuigen die hem na de oorlog hebben opgemerkt in Italië (1956) en Ierland (1960).