Amilcar Cabral
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Amílcar Lopes Cabral (21 September, 1924 – 20 januari, 1973) was een Afrikaanse landbouwkundig ingenieur, schrijver en politicus. Cabral leidde Afrikaanse nationalistische bewegingen in Guinee-Bissau, op de Kaapverdische eilanden en de onafhankelijkheidsbeweging van Guinee-Bissau. De Portugese geheime politie liet hem in 1973 om het leven brengen, vlak voordat Guinee-Bissau onafhankelijkheid verwierf.
[bewerk] Jeugd
Cabral werd geboren in Bafata, Portugees Guinea als zoon van Kaapverdische ouders. Zijn opleiding genoot hij in Lissabon. Tijdens zijn studie richtte hij een Afrikaanse nationalistische studentenbeweging op. Zijn halfbroer, Luís Cabral, zou later staatshoofd van Guinee-Bissau worden. In de jaren 50 keerde Cabral naar Afrika terug. Hij werkte mee aan de oprichting van de PAIGC (Partido Africano da Independência da Guiné e Cabo Verde) ofwel de Afrikaanse Partij voor de Onafhankelijkheid van Guinea en Kaapverdië. Samen met Agostinho Neto werkte hij aan het vormen van een bevrijdingspartij in Angola.
[bewerk] Bevrijdingsstrijd
Vanaf 1962 leidde Cabral de PAIGC in een militair conflict met de Portugese koloniale machthebbers. Het doel van het conflict was onafhankelijkheid te verwerven voor zowel Portugees Guinea als Kaapverdië. In de loop van het conflict boekte de partij steeds meer terreinwinst. Cabral werd de facto leider van een groot aantal gebieden in Guinee-Bissau. Als voorbereiding op een onafhankelijke Afrikaanse natie begon Cabral in 1972 met het vormen van een volksvergadering. Voor hij dit tot een einde kon brengen werd hij op 20 januari [[1973] in Conakry vermoord door een verongelijkte voormalige medestander. Deze werd geholpen door Portugese agenten die in de PAIGC geïnfiltreerd waren. Zijn half-broer, Luís Cabral, werd de leider van de partij in Guinee-Bissau en zou daar later president worden.