Alwetendheid
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alwetendheid is de volledige realisatie van het perfecte vermogen van een kennend subject. In deze hoedanigheid bezit het kennende subject alle mogelijke kennis, ofwel, het heeft alles wat bestaat voor zichzelf begrepen.
God wordt in veel religies en filosofische systemen geacht alwetend te zijn. Alwetendheid is eveneens een ideaal dat door veel mensen gekoesterd wordt, met name in de wetenschappelijke gemeenschap. Vaak wordt in dit verband gesproken over een theorie van alles: één alomvattende theorie waarin alle mogelijke kennis geïntegreerd is.
Vanouds is het streven van de wijsbegeerte en in het bijzonder de metafysica om een dusdanige zienswijze te construeren, die alle kennis insluit. Volgens Aristoteles verlangt de metafysicus naar kennis van het zijnde qua zijnde (in plaats 'slechts' het zijnde qua telbaarheid (wiskunde) of het zijnde qua beweging (natuurkunde), et cetera).
Sommige wetenschappers en filosofen zijn sceptisch over de bereikbaarheid van dit ideaal.
Zie ook: