Aerials

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Aerialistsen skiën van een schans, deze zijn meestal gebouwd van hout en dan bedekt met sneeuw, die hen de lucht in lanceert. Eenmaal in de lucht vertonen de aerialisten meervoudige saltos en schroeven voordat ze landen op een landingsheuvel van 34 tot 39 graden. De top mannelijke aerialisten kunnen op het moment driedubbele achterwaartse saltos met vier of vijf schroeven uitvoeren. Vierdubbele achterwaartse saltos zijn uitgevoerd, maar zijn op het moment (2006) niet toegestaan in competities.

Er zijn twee verschillende soorten wedstrijden van aerial skiën: rechtop en omgekeerd (inverted). Bij aerials rechtop zijn bewegingen waarbij de voeten van de skiër hoger dan zijn of haar hoofd komen illegaal. Dit is de meest voorkomende soort van aerials wedstrijden voor junioren. Bij de inverted aerials, voeren de skiërs spectaculaire salto's en schroeven uit.

[bewerk] Puntentelling

Aerial skiën is een jurysport waarbij maximaal 30 punten te halen zijn. De deelnemers worden gejureerd op lucht (20%), vorm (50%) en landing (30%). De totale score wordt wordt vermenigvuldigd met een vooraf vastgestelde moeilijkheidsgraad.

[bewerk] Zomer Training

Aerialisten trainen hun sprongen tijdens de zomermaanden door van speciaal geconstrueerde waterschansen te skiën en in een zwembad te landen. Een waterschans bestaat uit een houten schans die is bedekt met een speciale plastic mat die wanneer deze nat wordt gemaakt met sprinklers ervoor zorgt dat een atleet van de schans kan skiën en een sprong uit kan voeren. De skiër landt daarna veilig in het grote zwembad. Een luchtbel wordt vanaf de bodem van het zwembad opgelaten vlakvoor de landing om het watervlak te breken en daardoor de landing zachter te maken. Skiërs maken soms de skies die ze gebruiken voor de waterschans sterker met glasvezels.

Zomertrainingen omvatten verder ook trampolines, duikplanken en andere acrobatische of gymnastische trainingsapparaten.

Olympische Winterspelen

Alpineskiën - Biatlon - Bobsleeën - Curling - Freestyleskiën - IJshockey - Kunstrijden - Langlaufen - Noordse combinatie - Rodelen - Schaatsen - Schansspringen - Shorttrack - Skeleton - Snowboarden 1924 - 1928 - 1932 - 1936 - 1948 - 1952 - 1956 - 1960 - 1964 - 1968 - 1972 - 1976 - 1980 - 1984 - 1988 - 1992 - 1994 - 1998 - 2002 - 2006 - 2010 - 2014 Olympische Spelen - Olympische Zomerspelen - Olympische Jeugdspelen - Paralympische Spelen - Deaflympische Spelen - Internationaal Olympisch Comité - NOC*NSF - BOIC