Adriaan Kluit
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Adriaan Kluit (Dordrecht, 9 februari 1735 - Leiden, 12 januari 1807) was, van 1778 tot zijn dood, hoogleraar in de geschiedenis aan de Leidse Universiteit. Ook voor de Nederlandse taalkunde is hij een belangrijke figuur geweest.
Zijn werk wordt gekenmerkt door een streng wetenschappelijke aanpak en grote helderheid.
Kluit heeft twee grotere geschiedwerken op zijn naam staan: Historia critica comitatus Hollandiae et Zeelandiae, dat dat van 1777 - 1782 verscheen en de Historie der Hollandsche Staatsregering tot 1795, dat van 1802 - 1805 verscheen. In dit laatste werk gaat Kluit na hoe de Staten in Holland zijn ontstaan en wat hun positie geweest is in de periode van de Middeleeuwen tot 1795. Hij komt tot de conclusie, dat niet de Staten soeverein zijn, maar de landsheer.
[bewerk] Literatuur
- Igor van de Bilt (2000), ‘Adriaan Kluit (1735-1807) en de spelling van het Nederlands’. In: Voortgang. Jaarboek voor de Neerlandistiek XIX, p. 95-142.
- Igor van de Bilt (2001), 'Adriaan Kluit (1735-1807) en het genus: over analogie en usus’. In: Voortgang. Jaarboek voor de Neerlandistiek XX, p. 73-116.
- Igor van de Bilt (2003), ‘Een dialectbriefje uit de achttiende eeuw’. In: Trefwoord (http://www.fa.knaw.nl/fa/uitgaven/trefwoord/jaargang-2003/vandebilt.pdf), november 2003.
- Igor van de Bilt (2003), 'A. Kluit'. In: Bio- en bibliografisch lexicon voor de neerlandistiek, DBNL (http://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/klui002.htm#39).
- Igor van de Bilt (2004), ‘Adriaan Kluit (1735-1807) als lexicograaf’. In: Voortgang. Jaarboek voor de Neerlandistiek XXII, p. 129-159. (Ook als http://www.fa.knaw.nl/fa/uitgaven/trefwoord/jaargang-2006/kluitwoordenboek.pdf).
- Igor van de Bilt & Jan Noordegraaf (2000), ‘Verwer, Kluit en de achttiende-eeuwse taalkunde’. In: A. Verwer, Letterkonstige, dichtkonstige en redenkonstige schetse van de Nederduitsche tale.Uit het Latijn vertaald door A. Kluit naar de editie-1707. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU / Münster: Nodus Publikationen, p. vii-xxxi.(Cahiers voor taalkunde, 18).
- Wansink, H. & C.B. Wels (1968). Zeven pijlen - Negen pennen. Negen Nederlandse historici over de vaderlandse geschiedenis, p. 133-44.