Adri Duivesteijn
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Adri Duivesteijn | |
---|---|
|
|
Geboren | 27 augustus 1950 |
Functie | Wethouder in Almere |
Partij | PvdA |
Politieke functies | |
1975-1989 | Lid gemeenteraad Den Haag |
1980-1989 | Wethouder in Den Haag |
1994-2006 | Lid Tweede Kamer |
2006-heden | Wethouder in Almere |
Parlement & Politiek - biografie (bron) | |
Politiek |
Adrianus Theodorus (Adri) Duivesteijn (Den Haag, 27 augustus 1950) is een Nederlands politicus. Hij is namens de Partij van de Arbeid wethouder in de gemeente Almere. Eerder was hij lid van de Tweede Kamer en wethouder in Den Haag.
[bewerk] Loopbaan
Duivesteijn volgde een opleiding aan de Katholieke Sociale Academie in Den Haag en studeerde twee jaar andragologie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna voltooide hij de VO-opleiding IVABO. Hij werkte vijf jaar als docent bij de SOSA te Rotterdam (Stichting Haarlem). Vanaf 1975 was hij lid van de gemeenteraad van Den Haag. In 1980 werd hij wethouder voor ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing. Hij was onder andere verantwoordelijk voor de bouw van het Haagse stadhuis van de Amerikaanse architect Richard Meier.
In januari 1989 werd er een aanslag op Duivesteijn gepleegd via een op zijn kantoor afgegeven tafellamp, waarin in de voet een explosief was verborgen. De bom, die door een mechanisch mankement niet afging, kon echter onschadelijk worden gemaakt. Later dat jaar trad hij, op verzoek van de Haagse afdeling van de PvdA, af na een conflict met mede-wethouder Gerard van Otterloo over de inschatting van de risico's van de voorgestelde financiering van het nieuwe stadhuis. Ook Van Otterloo trad af. Naar aanleidng hiervan schreef hij in 1994 samen met Fred Feddes het boek "Het Haagse stadhuis, bouwen in een slangenkuil".
Duivesteijn werd in 1989 de eerste directeur van het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 1994 werd hij gekozen in het parlement. Hij hield zich in de Kamer bezig met volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Duivesteijn diende verschillende initiatiefvoorstellen in op het gebied van huren en wonen. Hij zat namens de PvdA in de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid (2002-2003). Van 2003 tot 2005 was hij voorzitter van de Tijdelijke Commissie Infrastructuur (TCI). Van 1998 tot 2006 was hij lid van de Raad van Europa en de WEU.
In april 2006 werd Duivesteijn gevraagd om wethouder te worden in Almere. Hij trad op 31 mei 2006 uit de Kamer. Als wethouder is hij verantwoordelijk voor Ruimtelijke Ordening en Wonen. Op 31 januari 2008 schortte Duivesteijn zijn werkzaamheden op nadat een groep anonieme ambtenaren hem via een brief aan de gemeentesecretaris van Almere hadden beschuldigd gemeenschapsgeld te gebruiken voor privéreizen in dienstauto's en taxi's. Nadat de gemeenteraad het vertrouwen in Duivesteijn uitsprak, ging hij twee dagen later weer aan het werk.
Op 9 april 2008 presenteerde Duivesteijn samen met minister Jacqueline Cramer een plan voor een duurzame groei van Almere, de zogeheten Almere Principles. Op 17 oktober 2008 zal hij uit handen van de Rotterdamse burgemeester Ivo Opstelten de Rotterdam-Maaskantprijs ontvangen, voor zijn bijdrage aan het ontwikkelen van ideeën over architectuur.