Narthex
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De narthex is de voorhal of het portaal van een kerkgebouw . Oorspronkelijk was de narthex een voorhal en maakte deel uit van de galerij om het atrium (voorhof) van vroegchristelijke kerken. Later kreeg de narthex het karakter van een portiek. Men veronderstelt dat catechumenen (doopleerlingen) en penitenten (boetelingen) hier moesten staan. Waar het atrium later verviel, ging de narthex deel uitmaken van de kerk zelf en werd meer een besloten ontmoetingsruimte. In de Romaanse pelgrimskerken vormde de narthex vaak een afgescheiden voorkerk waar de pelgrims gemaand werden de wereldlijke onrust van zich af te laten glijden alvorens tot het heilige binnen te treden. Een voorbeeld hiervan is de Maria Magdalena Basiliek in Vézelay waar een tweede timpaan, die Het Laatste Oordeel voorstelt toegang geeft tot de kerk.
Als een onderdeel van de entree, ligt de narthex traditioneel aan de westzijde van de kerk.
Architectonische aspecten kruiskerk | |
---|---|
Onderdelen kruiskerk: Apsis · Chevet · Crypte · Doksaal · Doopkapel · Kerktoren · Kloostergang · Kooromgang · Kruising of viering · Narthex · Oksaal · Priesterkoor · Transept · Schip · Straalkapel · Vieringtoren · Westwerk · Zijbeuken Bouwkundige onderdelen: Arcade · Beuk · Boog · Gordelboog · Kapiteel · Kraagsteen · Kruispijler · Latei · Lichtbeuk · Luchtboog · luchtboogstoel · Steunbeer · Travee · Triforium · Ui · Zuil Gewelfvormen: Koepelgewelf · Kruisgewelf · Kruisribgewelf · Netgewelf · Stergewelf · Tongewelf · Waaiergewelf Decoratieve onderdelen: Archivolt · Communiebank · Dakruiter · Frontaal · Gebrandschilderd · glas in lood · Hogel ·Koorhek · Kruisbloem · Lantaarn · Maaswerk · Pinakel · Register · Roosvenster · Timpaan · Waterspuwer · Zwik |