Muiterij op de Bounty
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De muiterij op de Bounty is een legendarische opstand aan boord van het schip de HMAV Bounty en vond plaats in 1789.
Inhoud |
[bewerk] De reis
Op 23 december 1787 voer de Bounty uit vanuit de haven van Spithead. Haar missie was om broodvruchtplanten op te halen op Tahiti en deze te vervoeren naar de Carribbean. Het idee was dat deze broodvruchten een goedkoop soort voedsel zouden vormen voor de slaven die daar gehouden werden. Tot aan Tahiti verliep de reis zonder noemenswaardige problemen, afgezien van een mislukte poging om langs Kaap Hoorn te varen. Op 26 oktober 1788 bereikte het schip Tahiti.
[bewerk] De aanleiding
Wat precies de aanleiding is geweest voor de muiterij is niet helemaal duidelijk. Algemeen wordt aangenomen dat deze te wijten is aan het zeer strenge, onrechtvaardige en wrede optreden van kapitein Bligh. Dit wordt echter tegengesproken door het scheepslogboek. Hierin valt onder andere te lezen dat straffen zoals geselingen op de Bounty minder dan gemiddeld voor die tijd werden toegepast.
Een andere reden kan zijn dat de bemanningsleden het leven op Tahiti zo beviel, dat ze niet naar huis wilden terugkeren. De zeer losse seksuele moraal die plaatselijk heerste, kan hier een grote rol in gespeeld hebben. Deze theorie wordt ondersteund doordat drie mannen probeerden aan de terugreis te ontkomen.
[bewerk] Desertie
Voordat de Bounty aan de terugreis begon, hadden drie mannen (Churchill, Muspratt en Millward) geprobeerd te deserteren. Ongetwijfeld gaven ze de voorkeur aan het leven op Tahiti. Ze werden echter, met hulp van de loyale Tahitiërs, gevonden en bestraft: Churchill kreeg twee dozijn en de twee andere vier dozijn. Dat waren zware straffen.
Desertie kon met de dood worden bestraft, maar pas na vonnis van de krijgsraad. Bligh had dus niet de bevoegdheid de doodstraf op te leggen, en bovendien had hij zijn mannen nodig aan boord. Desertie kwam in de praktijk vaak voor en de pakkans was groot, en daarom werd de doodstraf in de praktijk niet zo vaak opgelegd. Uiteindelijk kreeg van dit drietal alleen Millward de strop, maar dat was vooral vanwege de muiterij, niet voor de desertie. (Muspratt werd vrijgesproken wegens een vormfout en Churchill werd op Tahiti vermoord.)
[bewerk] De muiterij
Op 28 april 1789 kwam Fletcher Christian, de aanvoerder van de muiterij, samen met een aantal van zijn volgelingen de hut van de kapitein binnen. Kapitein Bligh werd in zijn nachtkledij het dek opgejaagd en na een woordenwisseling gedwongen in een sloep te stappen. Achttien bemanningsleden zijn met hem mee gegaan in de roeiboot. Het is opmerkelijk dat er bij de muiterij geen noemenswaardig geweld werd gebruikt en dat er geen druppel bloed vloeide. Dit was wellicht te danken aan de gentleman Christian. Alleen de kapitein schijnt geworsteld te hebben. Op het schip bleven nu 25 mensen over waarvan er naast Fletcher Christian waarschijnlijk 18 echt meededen in de muiterij. Fletcher Christian was vanaf nu de nieuwe gezagvoerder van het schip.
[bewerk] Op de vlucht
De bemanning van de Bounty wist dat ze nu vogelvrij waren. Een land als Engeland, dat zo afhankelijk was van zijn scheepvaart, zou alles doen om de daders te straffen en op die manier een voorbeeld te stellen. Het was dus belangrijk dat men zich ging verstoppen.
De muiters hebben eerst geprobeerd zich op het eiland Tubuai te vestigen. Dit leidde echter tot gevechten met de lokale bevolking en men zag zich gedwongen om weer te vertrekken. Vervolgens werd Tahiti opnieuw bezocht. Tahiti was natuurlijk geen veilige vluchtplaats; de admiraliteit zou daar het eerst gaan zoeken. Toch ging hier een groot aantal mensen van boord. Vervolgens werden een aantal Tahitianen ontvoerd, zes mannen, elf vrouwen en één baby.
Na een lange zwerftocht werd uiteindelijk het eiland Pitcairn ontdekt. Het bleek verkeerd op de kaart te staan, dus dit leek een goede plek om onder te duiken. Bovendien was het onbewoond en lag het niet in de buurt van de scheepsroutes. Nadat in Bounty Bay werd aangelegd, werd het schip in brand gestoken zodat het niet meer gevonden kon worden.
[bewerk] Leven op Pitcairn
Naast het feit dat Pitcairn verkeerd op de kaart stond, had het eiland nog een voordeel. Het eiland bestaat uit hoge kliffen. Hierdoor kun je van veraf al zien of er een schip aan komt. Het zou dan ook 18 jaar duren voordat hun schuilplaats ontdekt zou worden.
De eerste negen jaar op Pitcairn werden gekenmerkt door ziekte, geweld, wetteloosheid en moord. Waarschijnlijk gingen de meeste conflicten over vrouwen. Na negen jaar waren er nog twee muiters in leven. De Tahitiaanse mannen waren toen ook al uitgemoord. Deze mannen leefden in voortdurende angst om door elkaar aangevallen te worden. Ze leefden buiten het dorp want in het dorp maakten de vrouwen de dienst uit en ook zij waren bijzonder agressief tegen hen. De vrouwen hebben nog geprobeerd met een zelfgebouwd schip te vluchten, samen met hun kinderen, maar het schip zonk meteen toen het in het water gelegd werd.
De laatste twee muiters, John Adams en Ned Young besloten het over een andere boeg te gooien. Ze namen de scheepsbijbel ter hand en begonnen de Tahitiaanse vrouwen te bekeren. Met het christendom brak een rustige tijd aan op het eiland.
[bewerk] De kapitein
De kapitein, William Bligh, heeft het wonder boven wonder voor elkaar gekregen om met de sloep via het eiland Tofua uiteindelijk op Timor terecht te komen. Van de 19 inzittenden was slechts één man verloren gegaan. Deze persoon, John Norton, was onderweg doodgeslagen door de bewoners van Tofua. In Timor kocht Bligh een schip om naar Batavia te varen en daar boekte hij passage op een Hollands schip dat naar Europa voer. Terug in Engeland meldde Bligh de muiterij en werd zoals verwacht de jacht ingezet op de muiters. Bligh zou later weer kapitein worden en vervolgens gouverneur van het Australische Nieuw-Zuid-Wales.
[bewerk] De jacht op de muiters
De Royal Navy stuurde het schip HMS Pandora erop uit om de muiters op te sporen en te arresteren. De gezagvoerder was Edward Edwards. Aan boord waren verder de voormalige adelborsten Thomas Hayward an John Hallett, inmiddels bevorderd tot 3e luitenant-ter-zee, die ook met de sloep van de Bounty hadden gevaren en die de muiters dus goed kenden. Diegenen die op Tahiti aan land waren gegaan werden snel gevonden. De meerderheid van de stammen op Tahiti was loyaal aan de admiraliteit en de Engelse koning en verleende hun medewerking aan Edwards. De gevangenen werden opgesloten in een houten cel op het achterdek, in de zon. Deze cel werd algauw, door de muitelingen zelf, de doos van Pandora genoemd. Sommige Tahitianen bleven echter trouw aan de muitelingen; vooral de vrienden van adelborst George Stewart, uit Orkney, wiens vrouw Peggy de dochter was van een vooraanstaand stamhoofd. Zij probeerden Stewart te redden, maar Edwards wist hun poging te verijdelen. Jaren later, toen Peggy vernam dat George een van de muitelingen was die was verdronken tijdens het vergaan van de Pandora is zij naar zeggen aan de gevolgen van haar verdriet overleden! Hun dochtertje Charlotte werd daarna verzorgd door zendelingen van de London Missionary Society. Toen Charlotte ongeveer 17 jaar oud was is zij met een Amerikaanse walvisvaarder (George Washington Eayrs) ervandoor gegaan; zij heeft een veelbewogen leven gehad en is uiteindelijk in Californië terechtgekomen.
Er werd drie maanden lang gezocht naar de Bounty en de overige muiters totdat het schip op de klippen liep in het Groot Barrièrerif. Weer was men gedwongen om met behulp van sloepen naar Timor te varen. Voor Hayward was dat de tweede keer dat hij dat traject in een open boot moest afleggen. Eenmaal aangekomen in Engeland werden vier muitelingen niet schuldig bevonden, 2 kregen gratie en een werd door een juridische 'truc' vrijgesproken. Slechts drie werden ter dood veroordeeld en opgehangen.
[bewerk] De ontdekking
In 1808 werd Pitcairn opnieuw ontdekt. Dit gebeurde toen het Amerikaanse schip Topaz toevallig langs het eiland voer. Toen de Engelsen hiervan hoorden werd een expeditie op touw gezet. Aangekomen op Pitcairn werd al gauw de beslissing genomen om de laatste overlevende muiter, John Adams, niet te arresteren. Hem weghalen zou betekenen dat de overige bewoners aan hun lot overgelaten zouden worden. In 1825 kreeg hij officieel gratie.
[bewerk] De kolonie
Op 30 november 1838 werd Pitcairn officieel een kolonie van het Britse Rijk. Het omvatte ook de onbewoonde eilanden Ducie, Oeno, Sandy en Henderson. De nederzetting werd Adamstown genoemd en kreeg de status van hoofdstad.
Vandaag de dag valt Pitcairn nog steeds onder de Britse kroon. Het heeft echter bijna volledig zelfbestuur, een Parlement en een Hooggerechtshof. Het wordt ook wel gezien als het kleinste land ter wereld aangezien het minder dan 50 inwoners heeft.
[bewerk] Literatuur
- Letters from the Isle of Man - The Bounty-Correspondence of Nessy and Peter Heywood von Christiane Conway. Published by The Manx Experience, Isle of Man 2005, 182 pages. ISBN 1-873120-77-X
[bewerk] Films en literatuur
Het verhaal over de muiterij is meerdere malen beschreven en minstens viermaal verfilmd. Charles Laughton zette in 1935 een beroemde kapitein Bligh neer als tegenspeler van Clark Gable. Het recentst is de film The Bounty, met in de hoofdrol Mel Gibson en Anthony Hopkins. Zie voor info over andere Bounty-films onder Maimiti.