Mathilde in Beieren
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hertogin Mathilde Ludovika in Beieren (München, 30 september 1843 - aldaar, 18 juni 1925) was een Hertogin uit het Beierse huis Wittelsbach.
Zij was de vierde dochter van hertog Maximiliaan Jozef in Beieren en diens vrouw Ludovika en een zuster van de Oostenrijkse keizerin Elisabeth.
Haar jeugd bracht zij door op het ouderlijk slot Possenhofen, niet ver van München. Zij was zeer gehecht aan haar iets oudere zuster Marie met wie zij veel samen ondernam. Marie was in 1859 getrouwd met de koning van Napels, Frans II
Op 5 juni 1861 trouwde ze zelf met graaf Luigi van Bourbon, een jongere broer van de koning van Napels. Zo brachten Mathilde en Marie de eerste jaren van hun huwelijk gezamenlijk door in Rome. In 1867 baarde zij haar eerste en enige kind: Maria Theresia (Madi werd ze genoemd in de familie) (1867-1909), die later vorstin van Sigmaringen zou worden.
Het huwelijk tussen Mathilde en de Italiaanse graaf was onderwijl verre van gelukkig. Hij was haar ontrouw en had een stevig drankprobleem. Mathilde trachtte dan ook, samen met haar zusters Marie en Elisabeth, zoveel mogelijk uitstapjes te maken.
Mathilde was net als haar zusters een knappe vrouw, maar zo dun en met een dusdanige piepstem dat ze door haar famile "Spatz" (mus) genoemd werd.
Op 8 juni 1886 werd ze weduwe (vermoedelijk pleegde haar man zelfmoord, hoewel de officiële verklaringen spraken van een langdurige ziekte). Een aantal jaren na de dood van haar zus Elisabeth, had Elisabeth's dochter Marie Valerie, nog geprobeerd 'Tante Spatz' aan keizer Franz Jozef van Oostenrijk te koppelen, wat niet lukte. Tijdens de Eerste Wereldoorlog woonde Mathilde in Zwitserland, daarna vestigde zij zich met haar zuster Marie in München. Even na Marie overleed ze op 18 juni 1925, als laatste kind uit het gezin van Max en Ludovika.