Louis de Visser
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Louis Leonardus Hendrikus de Visser (Delfshaven 21 mei 1878 - aan boord Cap Arcona 3 mei 1945) was een Nederlands communist.
In 1915 werd hij lid van de Revolutionair Socialistische Vereeniging (RSV). Tijdens de verkiezingscampagne van 1918 zat hij vanwege een 'romurige betoging'. Later ging zijn partij op in de CPN. Na een crisis in het partijbestuur, waardoor diverse mensen aftraden, werd hij in 1925 voorzitter van de CPN en lid van de Tweede Kamer.
Op 10 mei 1940 wordt Louis de Visser naar aanleiding van de Duitse inval door de Haagse Politie Inlichtingendienst gearresteerd. Hij wordt 15 mei weer vrij gelaten.
Op 16 mei 1940 is hij aanwezig bij een vergadering in Den Haag van een zevental prominente communisten, waarbij besloten wordt de legale CPN op te heffen en een ondergrondse partij te stichten. Deze vergadering was een vervolg van een vergadering van het partijbestuur de vorige dag in Amsterdam, waarbij besloten werd om als partij in verzet te gaan (bij deze vergadering was De Visser niet aanwezig omdat hij nog niet vrijgelaten was). De Visser wordt buiten het verzet van de partij gelaten, omdat hij als bekende persoonlijkheid te veel risico voor zich en de anderen vormt. Wel blijft De Visser op de achtergrond adviezen geven, voorla aan de ondergondse Haagse CPN, die bekend staat als De Vonk-groep.
Hij zegde zijn lidmaatschap op van de Tweede Kamer op in een brief aan voorzitter J.R.H. van Schaik.
Op 25 juni 1941 wordt hij samen met 18 andere personen uit de regio Den Haag gearresteerd door de bezetter. Deze arrestaties staan bekend als de functionarissenarrestaties, alhoewel het voor het grootste deel geen comunistische functionarissen betreft. De Visser stond boven aan die lijst. De namen voor deze lijst waren geleverd door de burgemeesters en (hoofd-)commissarissen van politie in de regio Den Haag. De uiteindelijke lijst is samengesteld door Eckhardt van de Haagse Politie Inlichtingendienst, die na de oorlog BVD-ambtenaar zou worden. Van de 19 personen zijn er 16 om het leven gekomen, eentje is vrijgelaten omdat bij de arrestatie sprake was van persoonsverwisseling.
Nog in 1941 is De Visser naar concentratiekamp Neuengamme gestuurd. Als oudere persoon zou hij geen kans van overleven hebben, maar Nederlandse communisten hebben alles in het werk gesteld om hem te doen overleven. Uiteindelijk kwam hij op 3 mei 1945 om het leven bij het Britse bombardement van het schip Cap Arcona in de Lübecker Bocht.