Kikkerbeet
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kikkerbeet | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijke bloemen |
|||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||
Hydrocharis morsus-ranae L. (1753) |
|||||||||||||||||
De kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae) is een overblijvende waterplant die behoort tot de Waterkaardefamilie (Hydrocharitaceae). De plant wordt in de siertuin als vijverplant gebruikt.
De plant wordt 15 tot 40 cm lang en heeft breekbare stengels. De plant vormt 5 tot 20 cm lange uitlopers waar aan het eind weer een nieuwe plant gevormd wordt. Hierdoor ontstaan drijvende plaggen. De wortels, die de grond niet raken, nemen de voedingsstoffen uit het water op. De drijvende, cirkelvormige, 2 tot 7 cm grote bladeren hebben een hartvormige voet. Ze lijken enigszins op de bek van een kikker, vandaar de naam kikkerbeet. De doorschijnende steunblaadjes zijn ongeveer 2 cm lang en 1 cm breed.
De kikkerbeet bloeit van juni tot augustus met witte, 1,5 tot 3 cm grote bloemen. 2 tot 5 mannelijke bloemen staan bij elkaar in een gevorkt bijscherm met twee bloemscheden, terwijl de vrouwelijke bloemen meestal alleen in een bloemschede staan.
De vrucht is een ongeveer 10 mm grote, ronde bes. De vegetatieve vermeerdering door uitlopers en winterknoppen is veel belangrijker dan via zaad.
In de herfst sterven de bladeren en stengels af en worden ongeveer 10 mm lange, zetmeelrijke overwinteringsknoppen (turionen) gevormd, die van de moederplant loslaten en naar de bodem zinken. In het voorjaar stijgen ze weer naar de oppervlakte en ontwikkelen zich tot nieuwe planten.
De plant komt voor in voedselrijk zoet of brak water.
[bewerk] In andere talen
- Duits: Froschbiss
- Engels: European frog's bit
- Frans: Morène
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Hydrocharis morsus-ranae op Wikimedia Commons.
|