Kiemblad
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een kiemblad of kiemlaag van een embryo is een verzameling van cellen die dezelfde oorsprong hebben in de embryogenese en die zullen uitgroeien tot specifieke lichaamsweefsels.
[bewerk] Aantal lagen
Sommige diersoorten hebben twee (diploblastisch) of drie (triploblastisch) kiembladen.
[bewerk] Ontwikkeling
Bevruchting van de eicel door een zaadcel leidt tot de vorming van een zygote (bevruchte eicel). Door de daaropvolgende klievingsdelingen (mitosen) ontstaat een embryo met enkele tientallen cellen: de morula (lat. voor 'moerbei'). In deze morula ontstaat na verloop van tijd een holte, de blastocoel. In dit stadium spreken we over de blastula of blastocyste. Door reorganisatie (gastrulatie) van deze cellen migreren sommigen naar binnen door de oermond en vormen dan een instulping, het archenteron ('oerdarm'). Uit de cellen die aan de buitenkant blijven, ontstaat het ectoderm. De cellen die instulpen ontwikkelen tot het endoderm. Het mesoderm omgeeft een belangrijke lichamelijke holte (het 'coeloom') en wordt ofwel door een uitstulping van het archenteron gevormd ('entrocoel'), ofwel door splitsing van een deel van de ectodermale cellen ('shizocoel'). Alle hogere vertebraten zijn shizocoel.
Zo ontstaan (van buiten naar binnen):
- ectoderm: vormt later de huid en het zenuwstelsel.
- mesoderm: vormt later het bloed, het skelet, de spieren, het bindweefsel en de nieren.
- endoderm: vormt later het spijsverteringsstelsel en de inwendige organen.
[bewerk] Zie ook
- celdifferentiatie
- embryogenese
- neurulatie
- organogenese