Jean-Léon Gérôme
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
|
---|---|
zelfportret, 1886. | |
Geboren | 11 mei 1824 Vesoul (Haute-Saône), Frankrijk |
Overleden | 10 januari 1904 Parijs, Frankrijk |
Geboorteland | Frankrijk |
Beroep(en) | schilder, beeldhouwer |
Stijl(en) | Oriëntalisme |
|
Jean-Léon Gérôme (11 mei 1824 – 10 januari 1904) was een Frans schilder en beeldhouwer die weerstand bood aan de door Monet en Manet begonnen impressionisme, de ontwikkeling en bewaring van het Franse neo-classicisme voortzettend. Hij maakte ook veel werken in een historische, Orientalistische stijl, hiermee de Franse Rijk-traditie naar een artistieke climax brengend.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Jean-Léon Gérôme werd geboren in Vesoul (Haute-Saône). Hij trok in 1840 naar Parijs waar hij als student kon werken onder Paul Delaroche, dewelke hij vergezelde naar Italië (1844-1845). Bij zijn terugkeer kon hij, net zoals zoveel andere studenten van Delaroche, terecht in het atelier van Charles Gleyre, en hij exposeerde zijn schilderij Combat de coqs, dat hem de derde-klasse medaille opleverde in het Salon van 1847. Dit werk werd gezien als summum van de Neo-Grec beweging die voortkwam uit Gleyre's studio, en werd verdedigd door de Franse criticus Theophile Gautier. Met La Vierge, L'enfant Jésus et St-Jean en haar pendant Anacréon, Bacchus et l'Amour wist hij een tweede-klasse medaille weg te kapen in 1848. Hij stelde Bacchus et l'Amour ivres, un intérieur grec en un Souvenir d'Italie in 1851 tentoon. De jaren daarna exposeerde hij met une Vue de Paestum (1852) en une Idylle (1853).
In 1854 maakte Gérôme een reis naar Turkije en de oevers van de Donau, en in 1857 bezocht hij Egypte. Voor de wereldtentoonstelling van 1855 maakte hij Pifferaro, un Gardeur de troupeaux, un Concert russe, Le siècle d'Auguste en la naissance de Jésus-Christ. Ook al scheen dit laatste haar effect te missen, toch werd het door het ministère d'État aangekocht omwille van de technische verdiensten van het schilderij.
Gérôme's reputatie bereikte nieuwe hoogtes tijdens het Salon van 1857 door een collectie van werken met een meer populaire inslag: la Sortie du bal masqué ou le Duel de Pierrot, Recrues Egyptiens Traversant le Désert · Porteuse d'Eau Egyptienne, Memnon et Sésostris en Chameaux à la Fontaine, waarvan de tekening werd bekritiseerd door Edmond About.
Met zijn Mort de César (1859) trachtte Gérôme terug te keren naar het serieuzere werk, maar het schilderij slaagde er niet in de interesse van het publiek op te wekken. Phryne avant l'Areopagus, Le Roi Candaule en Socrates Cherchant Alcibiades dans la Maison d'Aspasia (1861) deden een schandaal ontstaan omwille van de onderwerpen die de schilder had gekozen, en leverde hem bitter aanvallen van de kant van Paul de Saint-Victor en Maxime Du Camp. Tijdens datzelfde Salon stelde hij ook Ecrasant le Grain en Egypte/le Hache-paille égyptien en Rembrandt faisant mordre une planche à l'eau-forte, twee zeer gedetaïlleerd afgewerkte werken, tentoon.
In 1865 werd Gérôme verkozen als lid van het Institut de France. Jean-Léon Gérôme stierf in 1904 en werd begraven op het Cimetière de Montmartre. Hij was de schoonvader van de schilder Aimé Morot.
[bewerk] Kunstwerken
[bewerk] Schilderijen
Onder de vele schilderijen die Gérôme schilderde, moet volgende worden vermeld:
- Le Prisonnier et le Boucher turc (1863)
- La Prière (1865)
- le Marché d'esclaves (1867)
- la Promenade du harem (1869)
- Louis XIV et Molière (1863)
- La réception des ambassadeurs du Siam à Fontainebleau (1865)
- La mort du Maréchal Ney (1868)
[bewerk] Beeldhouwwerken
Gérôme was ook een succesvol beeldhouwer. Hij maakte onder andere een beeld van Omphale (1887), en het standbeeld van Henri d'Orléans, duc d'Aumale (1899) dat voor het kasteel van Chantilly staat. Zijn uit ivoor, metaal en edelstenen gemaakte Bellona (1892), dat ook in de Royal Academy of Arts in Londen, trok veel aandacht. De artiest begon vervolgens met een serie van veroveraars, gewrocht in goud, zilver en edelstenen: Bonaparte entrant au Caire (1897); Tamerlan (1898) en Frédéric le Grand (1899).
[bewerk] Studenten
- Dagnan-Bouveret
- Georges Ferdinand Bigot
- Frank Boggs
- Frederick Arthur Bridgman
- Dennis Miller Bunker
- Kenyon Cox
- William DeLeftwich Dodge
- Wynford Dewhurst
- Lecomte du Nouy
- Thomas Eakins
- Wyatt Eaton
- Delphin Enjolras
- Herbert Cyrus Farnum
- Alexander Harrison
- Robert Lee MacCameron
- Siddons Mowbray
- Aloysius O'Kelly
- Lawton Parker
- Paul Peel
- Harper Pennington
- William Picknell
- Julius Stewart
- Abbott Handerson Thayer
- Vasili Vasilyevich Vereshchagin
- Douglas Volk
- J. Alden Weir
[bewerk] Referenties
Voor deze tekst over Jean-Léon Gérôme is (o.a.) de 11de editie van de Encyclopædia Britannica (1911: en.wikisource) als bron gebruikt, die zich vanwege zijn ouderdom in het publiek domein bevindt. |
- Jean-Leon Gerome, in A World History of Art, I, all-art.org, 2007.
- Gérôme Jean-Léon (1824-1904), montableau.com (2005).
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Jean-Léon Gérôme van Wikimedia Commons. |