Ivo Andrić
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ivo Andrić, Cyrillisch alfabet: Иво Андрић (Dolac, 9 oktober 1892– Belgrado, 13 maart 1975) was een Servisch-Kroatisch schrijver en de winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur van 1961. Hij was een Servisch-georiënteerde Kroaat. Zijn romans De brug over de Drina en De kroniek van Travnik gingen over het leven in Joegoslavië. Andrić is een van de belangrijkste Servisch-Kroatische schrijvers. Hij schreef romans en korte verhalen.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Andrić werd geboren op 9 oktober 1892 in het dorpje Dolac in de buurt van Travnik, Bosnië, dat toen deel uitmaakte van Oostenrijk-Hongarije en tegenwoordig van Bosnië en Herzegovina. Zijn ouders, Antun Andrić en Katarina Pejić, waren Kroatische rooms-katholieken. Geboren als Ivan, werd hij al snel Ivo genoemd. Toen Andrić twee jaar oud was, overleed zijn vader. Omdat zijn moeder te arm was om hem te onderhouden, werd hij opgevoed door zijn oom en tante in de Oost-Bosnische plaats Višegrad aan de Drina. Daar zag hij de Ottomaanse brug, die later bekend zou worden door de roman De brug over de Drina.
Andrić studeerde aan het gymnasium van Sarajevo en later aan de universiteiten van Zagreb, Wenen, Kraków en Graz. Vanwege zijn politieke activiteiten werd hij tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Oostenrijkse regering gevangengezet, eerst in Maribor en later in het Doboj-detentiekamp samen met Servische burgers en pro-Servische zuidelijke Slaven.
Onder het nieuw gevormde Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen (het latere Koninkrijk Joegoslavië) werd Andrić ambtenaar, eerst van het Ministerie van Religies en toen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar hij een succesvolle diplomatieke carrière doorliep, eerst als onderminister van Buitenlandse zaken en later als ambassadeur in Duitsland. Ivo was sterk tegen de beweging van Stjepan Radić, de president van de Kroatische Arbeiderspartij (Hrvatska seljačka stranka), waarvan hij de aanhang verschillende keren omschreef als idioten die in de voetstappen van een blinde hond treden. Zijn ambassadeurschap eindigde in 1941 na de Duitse invasie in Joegoslavië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leefde Andrić in stilte in Belgrado, terwijl hij zijn drie bekendste romans voltooide, die in 1945 zouden verschijnen. Hiertoe behoort ook De brug over de Drina.
Na de oorlog bezette Andrić een aantal ceremoniële posities in de nieuwe communistische regering van Joegoslavië. In 1961 werd hem de Nobelprijs voor de Literatuur toegekend.
Na de dood van zijn vrouw in 1968 besteedde hij minder tijd aan publieke activiteiten. Naarmate de tijd vorderde, werd hij in toenemende mate ziek, en overleed uiteindelijk op 13 maart 1975 in Belgrado.
[bewerk] Werk
De inspiratie voor zijn werk haalde Andrić vooral uit de geschiedenis, folklore en cultuur van zijn moederland Bosnië. Hij schreef aanvankelijk in het Kroatisch, maar zoals vele Kroatische schrijvers in de periode na de oprichting van het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Sloveniërs, ging hij over op het Ekavische dialect, dat beschouwd wordt als Servisch. Sommigen menen dat het voor hem, als aanhanger van één Servo-Kroatische taal, een overgang was van de westerse naar de oosterse vorm van dezelfde taal. Van de andere kant wijzen anderen op het feit dat nader beschouwd zijn werken zoveel mogelijk ontdaan zijn van specifiek Kroatische orthografische, syntactische, morfologische en lexicale eigenschappen, kortweg veranderde hij van één taal naar de andere. Zij wijzen erop dat hij, als hij in één Servo-Kroatische taal had geloofd, beide talen waarschijnlijk op alle niveaus door elkaar heen hebben gebruikt, zowel wat betreft idioom, fonologie, semantiek — iets dat hij niet deed. Na de politieke beroering in het Koninkrijk in de late jaren 20 gebruikten de meeste Kroaten het ekavische dialect niet meer, maar Andrić volgde niet meteen.
Veel van zijn werken zijn vertaald.
[bewerk] Lijst van werken (selectie)
- De brug over de Drina (Na Drini ćuprija, 1945)
- De vrouw uit Sarajevo (Gospođica, 1945)
- De olifant van de Vizier (Priča o vezirovom slonu, 1948)
- De reis van Alija Đerzelez (Put Alije Đerzeleza, 1920)
- De kroniek van Travnik (Travnička hronika, 1945)
- Omer-Pasha Latas (Omerpaša Latas, postuum uitgegeven in 1977)
[bewerk] Externe link
Wikiquote heeft een collectie citaten gerelateerd aan Ivo Andrić. |