Het ontstoffen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Heer Bommel en het ontstoffen (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Het ontstoffen) is een verhaal van Marten Toonder uit de Tom Poes-reeks en verscheen in 1961. Het boek gaat over de voor- en nadelen van reizen, emigreren en ergens anders opnieuw beginnen. En het behandelt impliciet de vraag: wat zou je er daar van maken? Ollie B. Bommel komt voor deze keuzes te staan als hij Bommelstein laat schoonmaken (ontstoffen).
[bewerk] Het verhaal
Bommelstein staat vol met rommel en begint steeds stoffiger te worden. Joost kan het niet meer aan, en Bommel besluit schoonmaakbedrijf Holle & de War in te schakelen. Vreemd genoeg stuurt het bedrijf maar 1 werkneemster, een oud dametje. Terwijl ze aan het schoonmaken is verschijnen er steeds meer kopieën van haar, die allemaal roepen dat Bommelstein verkoekt is en ontstoft moet worden. Bommel wordt zelf min of meer zijn eigen kasteel uitgeveegd en besluit Bommelstein, al is het dan tijdelijk, te verlaten. Tom Poes mag uiteraard mee op de grote reis. Ze boeken de trip bij Rederij Holle & de War, waar een dametje werkt dat precies lijkt op de schoonmaakster, en ook mevrouw De War heet. De reis wordt verzorgd door kapitein Rus, die Bommel en Tom Poes op een nacht zonder pardon overboord zet, aangezien hun bestemming, de Stuif-eilanden, geen zeehaven bezitten.
De Stuifeilanden blijken kale bergachtige eilanden te zijn, bewoond door slechts twee personen: mevrouw de War en haar zoontje Oole. Mevrouw de War wil altijd ontstoffen en is tegen iedere vorm van binding, want dat "geeft verkoeking". In haar filosofie dient men eenvoudig te leven, onder de sterren of hooguit in een grot te slapen, en een eenvoudig dieet te volgen, bestaande uit onder andere paddenstoelen. Het voordeel is dat ze kan gaan en staan waar ze wil, want ze heeft vrijwel niets nodig. Ze kan zelfs als een heks op een bezemsteel vliegen, hoewel ze het Bommel ook leert. Voorwaarde is wel dat men eerst ontstoft dient te worden, want door die verkoeking komt men niet los van de grond.
Oole is, net als zijn vader wijlen de heer Holle, de tegenpool van zijn moeder. Hij is technisch zeer begaafd, en kan allerlei machines bouwen, zelfs op het onherbergzame eiland waar niets is. Dit doet hij door voorwerpen met "schrevels" aan elkaar te "schrevelen". Een schrevel is een pentagram, getekend met een "schrevelaar" (een stukje houtskool), dat als een soort "lijm" werkt, waardoor voorwerpen aan elkaar vastgeplakt worden op de plaats van het pentagram. Oole helpt heer Bommel een nieuw huis te bouwen met zijn schrevels, want de verwende Bommel vindt de Spartaanse levensstijl van mevrouw de War maar niets, "dat kan het tere gestel van een heer niet aan". Terwijl Oole's machines alleen overdag werken, is mevrouw de War vooral 's nachts actief.
Tom Poes uit echter kritiek op Bommel: hij wilde opnieuw beginnen en nu woont hij weer min of meer net als op Bommelstein, maar dan lelijker. Bovendien draait zijn nieuwe huis met de zon mee, wat ook Bommel hinderlijk vindt, maar wat volgens Oole komt doordat schrevels op zonne-energie werken en dus noodzakelijk is. De eigenwijze Bommel ontschrevelt echter de hoofdschrevel van zijn huis omdat hij het gedraai hinderlijk vindt, door het corresponderende pentagram in de kelder weg te vegen. Het gevolg is echter dat het huis instort. Bommel leeft nog maar het puin ligt muurvast omdat Oole het huis dubbel verschreveld had. En een dubbele verschreveling kan alleen ongedaan worden gemaakt door de hoofdschrevel van het eiland uit te wissen.
Dit is iets dat mevrouw de War ook wil, want deze schrevel houdt haar gevangen op het eiland. Ze kan hem alleen niet ontschrevelen doordat de toegang beveiligd is door een in rots uitgehakte schrevel. Maar, zo denkt Tom Poes, wat voor haar een barrière is, is voor mij slechts een paar krassen. En hij kan inderdaad ongehinderd passeren. Hij vindt de hoofdschrevel en bezemt hem weg. Nu Tom Poes "over de schreef is gegaan" laten alle schrevels los en kan Bommel gered worden. Gevolg is wel dat de eilanden uiteen worden gereten door een vulkaanuitbarsting. Mevrouw de War vliegt weg, triomfantelijk kraaiend dat het nu tijd is voor het grote ontstoffen, en Bommel, Oole en Tom Poes worden door een woedende kapitein Rus gered: "Een piekfijne haven naar de poliepen, en Blobbers zit er weer achter!"
In Rommeldam nemen Tom Poes en heer Bommel afscheid van Oole, en heer Bommel keert terug naar zijn ontstofte Bommelstein.
Voorganger: De gezichtenhandel |
Bommelsaga 31 juli 1961 - 17 oktober 1961 |
Opvolger: De wezelkennis |