Goudvink
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Goudvink | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Pyrrhula pyrrhula Linnaeus, 1758 |
De goudvink (Pyrrhula pyrrhula) is een stevige vink (orde der zangvogels), met een 'stierennek' (Engels: 'Bullfinch'), die ondanks zijn opvallende uiterlijk vaak over het hoofd wordt gezien, omdat hij zo schuw is en zo'n verborgen leven leidt. In Nederland is de goudvink hoofdzakelijk standvogel, zelden in het noorden en westen van het land.
De goudvink wordt wel als kooivogel gehouden. Het is ongetwijfeld één van de mooiste Nederlandse zangvogels.
De goudvink wordt door fruitkwekers wel als schadelijk beschouwd, omdat hij zich soms voedt met bloem- en bladknoppen van fruitbomen.
Inhoud |
[bewerk] Taxonomie
In Nederland komen twee ondersoorten van de goudvink voor:
- Ondersoort: Pyrrhula pyrrhula europoea - deze broedt in Nederland en wordt hieronder nader beschreven.
- Ondersoort: Pyrrhula pyrrhula pyrrhula, de 'Grote goudvink' - deze is groter en het volwassen mannetje is lichter grijs en helderder roze dan de ondersoort die in Nederland broedt.
[bewerk] Veldkenmerken
Lengte ca. 14,5 cm.
Ad ♂ (adult mannetje = volwassen mannetje) heeft een zwarte kopkap en kin. Zware, zwarte snavel. Bovenzijde blauwgrijs, witte stuit, zwarte staart, zwarte vleugels met witte dwarsstreep. Onderzijde rozerood, ook zijkop. Ad ♀ (adult vrouwtje) is aan bovenzijde donkergrijsbruin, aan onderzijde en op zijkop licht rozebruin, verder als ♂. Juv (juveniel = onvolwassen) als ad ♀ en kop bruiner.
Leeft verborgen in paren of familieverband, soms in troepjes.
[bewerk] Vlucht
Golvend, maar niet dansend. Opvallend witte stuit en witte vleugelstreep.
[bewerk] Geluid
Lokroep zacht en melancholisch 'djuub'.[1] Zang van ♂ en ♀ is een hees en onderdrukt kwelen met fluitende en krassende geluiden. Fluit gemakkelijk na. Tijdens het zingen beweegt de staart.
[bewerk] Biotoop
Gemengd bos met dichte ondergroei, dichtbegroeide parken, tuinen, kwekerijen, boomgaarden, bosranden, e.d.
[bewerk] Voedsel
Zaden, pitten en knoppen. Ook wel insecten en larven. In het najaar veel bessen (lijsterbes en braambes).
[bewerk] Broedgegevens
De goudvink broedt van eind april tot juli. Het platte nest is gemaakt van takjes en stengels, soms mos, gevoerd met worteltjes, haar en wat wol of veertjes en bevindt zich op manshoogte. De broedduur bedraagt 12 - 14 dagen. Het ♀ wordt tijdens het broeden door het ♂ gevoerd. Beide vogels verzorgen de jongen, die na 12 - 16 dagen uitvliegen. Twee broedsels per jaar. Bigamie. Gewoonlijk bestaat het legsel uit 4 - 5 eieren, zelden 6. De eieren zijn blauwachtig tot blauwwit met bruine stipjes, streepjes, soms vlekjes; grijze ondervlekken. Soms kransvorming. Gemiddeld 19 x 14 mm.
[bewerk] Broedgebied
Europese verspreiding van Noord-Portugal en Noord-Spanje, Midden-Italië en Noord-Griekenland, noordelijk tot 69° NB in Noorwegen, 67° NB in Zweden en Finland, 65° NB in Rusland. Daar zuidelijk tot 55° NB.
[bewerk] Trek
Hoofdzakelijk standvogel. Noordelijke vorm ('Grote goudvink') is vrij zeldzame en onregelmatige doortrekker.
[bewerk] Waarnemingen in Nederland
Vrij talrijke broedvogel; in het Noorden en Westen zeldzaam.
[bewerk] Trivia
In het boek Minoes van Annie M.G. Schmidt, waarin de poes Minoes per ongeluk in een mens is veranderd, kan deze raadselachtige "betovering" verbroken worden door het opeten van een goudvink.
[bewerk] Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
Zoek goudvink op in het WikiWoordenboek. |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Pyrrhula pyrrhula op Wikimedia Commons.
|