Gloria Macapagal-Arroyo
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gloria Macapagal-Arroyo | |
---|---|
14e president van de Filipijnen | |
Ambtstermijn | 20 jan 2001 - heden |
Voorganger | Joseph Estrada |
Geboren | 5 april 1947 |
Politieke partij | Laban ng Demokratikong Pilipino (1992-1995) Lakas - Christian-Muslim Democrats (vanaf 1998) |
Vicepresident | Teofisto Guingona jr. (2001-2004) Noli de Castro (2004 - heden) |
Gloria Macapagal-Arroyo (San Juan, 5 april 1947) is de veertiende en huidige president van de Filipijnen. Zij is de dochter van voormalig president Diosdado Macapagal.
Arroyo werd in 1998 tot vicepresident gekozen en kwam in 2001 aan de macht na de afzetting van president Joseph Estrada door het Filipijnse hooggerechtshof wegens corruptie. In 2004 versloeg Arroyo tijdens de verkiezingen acteur Fernando Poe jr. Volgens het gezaghebbende Amerikaanse blad Forbes was zij de op drie na machtigste vrouw ter wereld van 2005.
Inhoud |
[bewerk] Vroege levensloop en carrière
Gloria Macapagal werd op 5 april 1947 geboren in San Juan (Metro Manilla). Haar ouders waren Diosdado Macapagal en Evangelina Macaraeg. Haar vader werd gekozen tot president van de Filipijnen toen Gloria 14 jaar oud was en op de Assumption Convent High School zat. In 1964, het jaar dat haar vader verslagen werd door Ferdinand Marcos, behaalde ze, als beste van haar klas, haar middelbare school diploma, waarna ze ging studeren aan het Assumption College. Vier jaar later in 1968 studeerde ze daar summa cum laude af als Bachelor in de economie.
In datzelfde jaar trouwde Gloria Macapagal met Jose Miguel Arroyo. Samen met haar man kreeg ze drie kinderen. Juan Miguel (1969), Evangelina Lourdes (1971) en Diosdado Ignacio Jose Maria (1974).
In 1978 behaalde Gloria Macapagal-Arroyo haar Masters diploma in de economie aan de Ateneo de Manilla, waarna ze in 1985 doctor in de economie werd aan de University of the Philippines.
Rond deze tijd kwam er een einde aan de dictatuur van Ferdinand Marcos, en deed Gloria Macapagal-Arroyo haar intrede in de politiek. In 1986 werd ze door de nieuwe president Corazon Aquino benoemd tot onder-minister van Handel en Industrie. In 1992 werd ze gekozen in het senaat. In 1996 werd ze daarin herkozen met een record aantal van 16 miljoen stemmen.
In 1998 werd Gloria Macapagal-Arroyo door Fidel Ramos overgehaald om zich kandidaat te stellen voor de functie van vicepresident van de Filipijnen namens de partij Lakas-CMD. De kandidaat voor het presidentschap van Lakas-CMD was Jose de Venecia. Jose de Venecia moest het afleggen tegen de populaire Joseph Estrada, maar Gloria Macapagal-Arroyo won de verkiezing tot vicepresident met een record aantal van 13 miljoen stemmen. Ze werd door Joseph Estrada benoemd tot minister van Sociale Zekerheid en Ontwikkeling, wat ze bleef totdat ze op 12 oktober 2000 ontslag nam uit het kabinet, nadat president Estrada beschuldigd werd van corruptie.
[bewerk] Presidentschap
[bewerk] Eerste termijn (2001 - 2004)
Op 20 januari 2001 na dagenlange politieke onrust en publieke protesten in de straten van Manilla protesten werd president Joseph Estrada afgezet door het Filipijnse hooggerechtshof. Diezelfde dag nog, werd Gloria Macapacal-Arroyo beëdigd als president.
Hoewel de beslissing om Estrada af te zetten door het hooggerechtshof genomen was, bleef het presidentschap van Arroyo in de Filipijnen omstreden. In haar eerste termijn werd ze voortdurend achtervolgd door vragen naar de wettigheid van haar presidentschap, opstanden tegen haar bewind en een corruptieschandaal.
Op 1 mei 2001 protesteerden duizenden aanhangers van Joseph Estrada - de voormalig president - bij het presidentiële paleis in een poging om Joseph Estrada vrij en opnieuw als president aangesteld te krijgen. Gloria Macapagal-Arroyo liet diverse demonstranten arresteren en slaagde er zo in om de oproer de kop in te drukken.
Twee jaar later, op 27 juli 2003, kreeg Gloria Macapagal-Arroyo opnieuw te maken met een opstand tegen haar bewind. Een groep jonge officieren en hun aanhangers verschansten zich in een hotel en winkelcentrum in het handelscentrum van Makati City in Metro Manilla. Ook deze opstand werd snel beëindigd onder druk van de dreiging tot inzetten van geweld door het Filipijnse leger. Er wordt beweerd dat er connecties bestonden tussen de opstandelingen en het 'Estrada kamp'. De speciaal ingestelde onderzoekscommissie heeft dit echter nooit kunnen bewijzen.
In augustus 2003 werd bovendien Jose Miguel, de echtgenoot van Gloria Macapagal-Arroyo, door Senator Panfilo Lacson aangeklaagd wegens corruptie. De senator beweerde dat Jose Miguel geld uit campagnefondsen had weggesluisd. Deze beschuldigingen zijn echter nooit bewezen.
[bewerk] Tweede termijn (vanaf 2004)
Hoewel Gloria Macapagal-Arroyo in 2002 had verklaard zich niet verkiesbaar te stellen voor een nieuwe termijn als president besloot ze zich, toen de verkiezingen naderden, toch kandidaat te stellen. Deze plotselinge ommezwaai zorgde voor een daling van haar populariteit.
De belangrijkste tegenstander van Gloria Macapagal-Arroyo in de verkiezingen van 2004 was de populaire acteur en goede vriend van Joseph Estrada, Fernando Poe jr.. Hoewel de peilingen aan het begin van de verkiezingen nog uitwezen dat Fernando Poe de meeste stemmen zou krijgen, was het uiteindelijk toch Gloria Macapagal-Arroyo die met een marge van meer dan een miljoen stemmen de strijd won.
De overwinning van Gloria Macapagal-Arroyo werd overschaduwd door beschuldigingen dat geld uit publieke fondsen was gebruikt ter ondersteuning haar campagne. Daarnaast werd Gloria Macapagal-Arroyo door haar rivalen ook beschuldigd van het gebruikmaken van illegale middelen om de verkiezingen te winnen. Hoewel tijdens de verkiezingen wel kleine onvolkomenheden ontdekt werden, zijn beide beschuldigingen nooit bewezen.
Gloria Macapagal-Arroyo werd op 30 juni 2004 geïnaugureerd voor haar tweede termijn als president van de Filipijnen tijdens een ceremonie in Cebu.
[bewerk] Afzettingsprocedure (2005)
In 2005 werd Gloria Macapagal-Arroyo opnieuw beschuldigd van het beïnvloeden van de uitkomst van de verkiezingen van 2004. De druk op Gloria Macapagal-Arroyo om af te treden nam in deze periode toe. Op 8 juli 2005 traden tien leden van het kabinet van Gloria Macapagal-Arroyo af, waarbij deze leden haar verzochten hetzelfde te doen. Ook voormalige bondgenoten als de Liberal Party en voormalig president Corazon Aquino riepen haar op om af te treden. Fidel Ramos, een andere voormalige president bleef haar juist steunen en stelde voor om de staatsinrichting van de Filipijnen te wijzigen naar een vorm waarbij het Filipijnse parlement meer macht zou krijgen ten koste van de president.
In september 2005 stemde het Huis van Afgevaardigden met grote meerderheid tegen het voorstel om een afzettingsprocedure tegen haar te gaan beginnen. Ondanks deze tegenstem en een groei van de economie in de laatste jaren blijft de druk op Gloria Macapagal-Arroyo om af te treden groot als gevolg van de regelmatig terugkerende protesten in de straten van Manilla en kritiek in diverse media.
[bewerk] Staatsgreep 2006
Op donderdag 23 februari 2006 werd bij het het presidentiële paleis, Malacañang Palace, extra zware bewaking ingesteld nadat er buiten het paleis een bom was ontploft.
Op vrijdag 24 februari maakte president Arroyo bekend dat er een couppoging was ondernomen tegen haar regering. Het zou gaan om een gezamenlijke militaire coup van extreem-rechtse en linkse militairen die een einde wilde maken aan de regering-Arroyo. Demonstranten trokken daarop naar de Onze Lieve Vrouw van de Vredekerk ("EDSA Shrine"). Deze kerk werd in 1989 gebouwd als aandenken aan het begin van de revolutie tegen dictator Ferdinand Marcos.
Later die dag riep Arroyo de noodtoestand uit. Deze maatregel houdt in dat mensen kunnen worden gearresteerd en zonder vorm van proces kunnen worden vastgehouden. Volgens Arroyo was deze maatregel nodig om de rust in het land te herstellen. Critici meenden dat dit een voorbode was voor de afkondiging van de staat van beleg, hetgeen zou betekenen dat de president per decreet zou kunnen regeren. Direct na de afkondiging van de noodtoestand liet Arroyo de beveiliging van de hoofdstad Manilla opvoeren en gaf zij de politie de opdracht de demonstranten te verjagen, in het bijzonder de demonstranten bij het EDSA Shrine. Ook verbood ze herdenkingsfestiviteiten om de val van president Marcos - precies twintig jaar geleden - te herdenken.
Tegenstanders van president Arroyo meenden dat het uitroepen van de noodtoestand alle vrijheden onderdrukt en tegen de grondwet in zou gaan. Op 3 maart 2006 werd de noodtoestand weer ingetrokken. Het Filipijnse hooggerechtshof bepaalde op 4 mei dat Arroyo met het uitroepen van de noodtoestand niet tegen de grondwet in gegaan was, zoals werd beweerd.
[bewerk] Mensenrechten
In mei 2006 meldde Amnesty International zich in toenemende mate zorgen te maken over de mensenrechtensituatie in de Filipijnen. Het meest zorgwekkend waren de meer dan 600 doden die vielen door moordaanslagen, waaronder vele journalisten. Hiermee zijn de Filipijnen het meest gevaarlijke land voor journalisten na Irak. Ook leden van progressieve organisaties als Bayan, Bayan Muna en Anakpawis zijn diverse malen het doelwit geweest. Deze organisaties zelf beschuldigen de nationale politie en het leger van het plegen van de aanslagen.
[bewerk] De Philippine National Broadband Network affaire
De Philippine National Broadband Network affaire is ontstaan nadat beschuldigingen zijn geuit dat bij het toekennen van de aanleg van een nationaal breedband netwerk voor de Filipijnen aan het Chinese bedrijf ZTE steekpenningen zijn betaald. Hierbij zouden voormalig de voorzitter van COMELEC, Benjamin Abalos en president Gloria Macapagal-Arroyo en haar man Mike Arroyo betrokken zijn geweest.
De affaire overheerst de Filipijnse politiek al sinds de eerste artikelen in de media hierover in augustus 2007 verschenen. Door politieke onrust die hierdoor ontstaan is heeft Abalos ontslag genomen als voorzitter van COMELEC en heeft Jose de Venecia jr. moeten aftreden als voorzitter van het Filipijns Huis van Afgevaardigden. De druk van de oppositie op president Gloria Macagapal-Arroyo om vroegtijdig af te treden is bovendien de eerste twee maanden van 2008 enorm toegenomen. Op 12 februari riepen de Makati Business Club en 80 andere groeperingen Arroyo op, om af te treden[1]. Op 15 februari volgde een grote demonstratie waarin zo'n 10.000 mensen voor het standbeeld van Ninoy Aquino in Makati City haar aftreden eisten[2]. Vrijdag 29 februari demonstreerden tienduizenden mensen, waaronder de voormalig presidenten Corazon Aquino en Joseph Estrada en kroongetuige Jun Lozada in Manilla tegen Arroyo.
[bewerk] Externe links
- Gloria Arroyo Fanpagina
[bewerk] Referenties
- ^ gmanews.tv, 80 groups unite, urge Arroyo to resign amid ZTE deal 'stink'
- ^ Thousands gather in Makati to call for Arroyo’s ouster, GMA News
Presidenten van de Filipijnen | |
---|---|
Emilio Aguinaldo - Manuel Quezon - José Laurel - Sergio Osmeña - Manuel Roxas - Elpidio Quirino - Ramon Magsaysay - Carlos Garcia - Diosdado Macapagal - Ferdinand Marcos - Corazon Aquino - Fidel Ramos - Joseph Estrada - Gloria Macapagal-Arroyo |
Persoonsgegevens | |
---|---|
NAAM | Macapagal-Arroyo, Gloria |
KORTE OMSCHRIJVING | 14e president van de Filipijnen |
GEBOORTEDATUM | 5 april 1947 |