Gamaliël
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gamaliël I de Oudere (spreek uit: Gamliël) (gestorven circa 88) was een Joods geleerde.
Hij was een kleinzoon van de beroemde joodse wetgeleerde Hillel de Oude. Ten tijde van keizer Caligula (37-41) was Gamaliël president van het Sanhedrin, het joodse hooggerechtshof dat rechtsprak in godsdienstige en civiele zaken en als hoogste (door de Romeinen erkende) autoriteit in Judea gold.
Gamaliël behoorde tot de Farizeeën en voorts tot de School van Hillel. Hij stelde belangrijke hervormingen vast in het joodse recht, waaronder een verbetering van de juridische positie van de vrouw. Zijn kleinzoon Gamaliël II was eveneens een vooraanstaand joods theoloog.
[bewerk] Gamaliël in het Nieuwe Testament
Volgens Handelingen van de Apostelen 22:3, was Gamliël de leraar van de apostel Paulus. Gamaliël stond bekend als ruimdenkend en zeer gematigd. In het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen 5:34 e.v. staat dat hij vervolging van de jonge christelijke kerk afwijst met als motief dat als iets van God afkomstig is men het toch niet kan bestrijden omdat God het in stand houdt en als iets niet van God afkomstig is het op den duur vanzelf zal verdwijnen. Speculaties deden daarna de ronde dat hij een geheim aanhanger van Jezus Christus was geweest (Clemens Recogn. I,65), wat echter op een legende berust.