Frederik Hendrik van de Palts
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Frederik Hendrik van de Palts (1 januari1614 - 7 januari1629) was de zoon van Frederik V, de Winterkoning.
Tijdens de ballingschap van de Koning van Bohemen en zijn gezin in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren in Januari 1629 vader en zoon op weg van Den Haag naar Amsterdam om daar de schatten van de Zilvervloot met eigen ogen te gaan zien. Frederik Hendrik verdronk bij het oversteken van de Haarlemmermeer. Zijn vader de koning bracht het er nauwelijks levend van af.
De dichter Jacobus Revius dichtte:[1]
Coninx-clachte op de doot vande Prince van Bohemen.
Ghy waert mijn hogen roem en cieraet binnen Prage,
Ghy waert mijn soeten troost en wellust inden Hage,
Ghy waert, ô diere spruyt, de erfgenaem, van wien
Ick Coningen met croon en scepter dacht te sien.
Nu heeft het wrede meyr versmoret alle beyde
En t' gene dat ick had, en 'tgeen dat ick verbeydde.
[bewerk] Bronnen
- ^ http://www.dbnl.org/tekst/revi001over01_01 Over-Ysselsche sangen en dichten, Jacobus Revius