Fennek (vos)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fennek IUCN-status: Onzeker |
||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Fennecus zerda (Zimmermann, 1780) |
||||||||||||
De fennek of woestijnvos (Fennecus zerda of ook wel Vulpes zerda) is een vos die voorkomt in de woestijnen van Afrika en het Arabisch Schiereiland. Hoewel hij veel lijkt op de fossiele Otarocyon is hij nauwer verwant aan de grootoorvos en de leden van het geslacht Vulpes.
Inhoud |
[bewerk] Uiterlijk
De fennek is de kleinste van alle vossen, met de grootste oren van alle vossen, tot 15 cm lang. De oren worden gebruikt voor het op het gehoor lokaliseren van prooi en kunnen door hun grote oppervlak warmte helpen afstaan. Hij is 25 tot 49 cm groot en zijn staart is 20 tot 30 cm lang. De staart eindigt in een zwart puntje. Het dier weegt 1 tot 1,5 kg en kan zo'n 12 jaar oud worden. De fennek leeft in groepjes van soms wel 10 dieren. De fennek heeft een witte buik en meestal een abrikozenkleurige tot tot geelbruine rug. Ze zijn erg schuw. Fenneks zijn hondachtigen en hijgen dus ook als ze het warm hebben.
[bewerk] Jagen
Fenneks zijn nachtdieren en jagen vooral 's nachts. Ze slapen overdag in zelfgemaakte holen. Door te graven vinden ze ook veel voedsel in de grond. Fenneks graven zo snel dat het net lijkt alsof ze worden opgeslokt door het zand. Ze beschermen net als andere dieren hun nest (leger). Als de ene helft van de groep jaagt dan passen de anderen op het leger. Ze halen het meeste vocht uit hun voedsel, insecten en kleine knaagdieren, soms ook bessen. Met een beet kan hij zijn prooi doden en naar het leger brengen voor een rustige maaltijd. Ze kunnen ongeveer viermaal hun lichaamslengte springen. Hun vijanden zijn: gieren, hyena's, jakhalzen en de mens, de Arabische nomaden eten fenneks.
Menu: Insecten, knaagdieren, schorpioenen, eieren, hagedissen, hazen, slangen, spinnen, vis, vogels, vruchten en zaden.
[bewerk] Leefomgeving en leefgedrag
De fennek leeft in de woestijn en vooral in de Sahara. (Noord-Afrika) en in de woestijnen van West-Azië. Ze paren elk jaar van januari tot februari. De mannetjes zijn in die tijd heel agressief en proberen dan dubbel zo hard om een extra groot territorium te bemachtigen. De draagtijd is 50 dagen, de bevalling is in maart en er zijn 2 tot 5 jongen per keer. Voor én na de bevalling zorgt het mannetje voor voedsel. Er is ontdekt dat het mannetje en vrouwtje lang bij elkaar blijven maar als dit permanent is, is nog niet zeker. Als fenneks in gevangenschap leven dan paren ze amper.
[bewerk] Fenneks als huisdier
Fenneks kunnen met wat aandacht wel als huisdier worden gehouden. Dit is in Nederland althans voor wildvangdieren niet toegestaan; bij nakweek moet men dit kunnen aantonen. Ze kunnen erg tam worden en zijn dan ook vriendelijk tegen vreemden. Ze kunnen leren op een bak te gaan. Hun dag-nachtritme zullen ze enigszins aanpassen aan hun baasje. Ze gedijen op een zeer eiwitrijk dieet kattenbrokken, liefst aangevuld met insecten zoals meelwormen; ze zijn vatbaar voor de meeste hondenziekten en dienen daartegen ook te worden gevaccineerd. Ze zijn erg actief en hebben veel beweging nodig. Worden ze buiten in een kennel gehouden dan moet het hek voldoende hoog zijn en ook onder de grond doorlopen om rekening te houden met hun graafneigingen. Een ontsnapte fennek is zeer moeilijk te vangen als hij niet wil.
De fennek staat op de IUCN Rode Lijst.