Erik VI van Denemarken
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
1274-1319 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koning van Denemarken | ||||||
|
||||||
|
Erik VI (ook Erik Menved) (1274 - 13 november 1319), was koning van Denemarken van 1286 tot 1319. Hij was een zoon van Erik V 'Klipping' en Agnes van Brandenburg. Erik touwde in 1296 met Ingeborg van Zweden, een dochter van Magnus I van Zweden en was vader van Waldemar, Erik en Magnus.
Erik (VI) werd koning nadat zijn vader op 22 november 1286 werd vermoord. Van 1286 tot 1294 stond Erik VI onder regentschap van zijn moeder. Erik Menveds regering was midden in de Eeuw van Verval in Denemarken (1241-1340). De eerste jaren van zijn regering -die onder het regentschap van zijn moeder en haar Duitse familie stonden- werd beïnvloed door de onrust en oorlogen die op de moord op zijn vader volgden.
De verbannelingen die in 1287 op de speciale bijeenkomst in Nyborg veroordeeld waren voor de moord op zijn vader hadden hun toevlucht in Noorwegen gezocht en vonden hier nieuwe bondgenoten. Vanuit Noorwegen zouden ze overvallen op de Deense kusten plegen. Dit was de vonk voor decennia van conflicten en strijd tussen de Scandinavische koninkrijken. Tegelijkertijd ontstond een conflict met de kerk omdat de ambitieuze aartsbisschop Jens Grand een onafhankelijke kerk voorstond en ook nog aanhanger was van de verbannelingen vanwege zijn familiebanden met sommige van deze mannen. De jonge Erik VI liet de aartsbisschop in 1294 arresteren en in een strenge gevangenis gevangen zetten van waaruit hij twee jaar later wist te ontsnappen. Het conflict zou in 1302 worden beslecht op het pauselijkhof in Rome door middel van een de facto (feitelijke) overwinning door de koning, maar niet na een forse boete betaald te hebben voor de gevangenschap van Jens Grand. Wel werd Jens Grand van zijn post in Denemarken ontheven. Ook het conflict met Noorwegen eindigde middels een compromis, wat een grote opluchtig voor het Deense gezag was. Erik VI kon nu een sterke koninklijke macht in stand houden, mede dankzij de loyale steun van de belangrijkste aristocraten en zijn Duitse bondgenoten.
Na deze betrekkelijke successen wilde Erik VI op grote schaal zijn gebied uitbreiden en zijn oog viel daarbij op de noordelijke Duitslanden. Mogelijk wilde hij in de voetsporen van Waldemar II van Denemarken treden. Middels verbintenissen met Duitse prinsen, waaronder de hertog van Mecklenburg, lukte het hem om formeel heerser te worden in menige Hanzesteden en in vazalstaten als Mecklenburg en andere kleinere staatjes. Hij had Denemarken nu tot een Scandinavische grootmacht gemaakt. Ook plaatse hij aanvallen in Zweden om op deze wijze zijn zwager Birger I van Zweden te steunen in de koningsstrijd in Zweden. In 1305 gaf Erik VI van Denemarken toestemming aan de monniken van Dünamünde om een versterkt klooster in Padise, Estland te bouwen.
De langdurige oorlogen en de zeer luxueus levende Erik brachten Denemarken financieel tot de afgrond. De aristocratie, zijn aanvankelijke medestanders, begonnen zich nu tegen hem te keren en de boerenstand schaarden zich achter hun. Een rebellie brak uit in Jutland in 1313 dat werd onderdrukt door een Duits bezettingsleger.
Zijn groeiende moeilijkheden noopten hem om grote delen van de bezittingen te verpanden, voornamelijk aan de Duitse prinsen en leenmannen, wat hem uiteindelijk zijn in zijn macht beperkte. Toen hij in 1319 overleed, en al zijn 15 kinderen had overleefd, verkeerde het koninkrijk Denemarken in staat van verval, waar het naar buiten toe als grootmacht overkwam.
Gewoonlijk werd Eriks regering beschouwd als één van de weinige lichtpuntjes in die periode vanwege zijn poging om Denemarken te hervormen en hij wordt opgehemeld in de Deense romantische literatuur. Vandaag de dag echter wordt zijn oorlogspolitiek als de oorzaak gezien voor de ontbinding van de monarchie tijdens de volgende generaties.
De bijnaam van Erik VI kan een verkorting zijn van zijn favoriete eed ved alle hellige mænd (Door alle heilige mannen), of afgeleid van het oud-Deens menvett (Vogel van slechte voorteken)
[bewerk] Referentie
- Fagerland, Tor Einar, Krigføring og politisk kultur i nordisk middelalder, (NTNU, 2005)