Debiet
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Debiet is een term uit de stromingsleer, toegepast in o.a. de hydrologie, geografie, civiele techniek, de meet- en regeltechniek en procestechniek en staat voor de hoeveelheid doorstromend medium (vloeistof of gas) per tijdseenheid.
De eenheid is doorgaans m3/s, maar waar dit in de praktijk leidt tot onhandige getallen worden ook afgeleide eenheden gebruikt als m3/d, m3/h, l/s of l/h.
Debiet kan in plaats van volume ook als massadebiet uitgedrukt worden (bijvoorbeeld als kg/s).
[bewerk] Vloeistoffen
In de hydrologie staat debiet voor de hoeveelheid water die een rivier of beek per tijdseenheid transporteert of afvoert. Het jaar-gemiddelde debiet van de Rijn aan de Nederlands-Duitse grens bedraagt bijvoorbeeld 2200 kubieke meter per seconde.
De debietmeter is een meetinstrument, waarmee het debiet van water gemeten kan worden door buizen en pijpen. Het debiet van grotere waterlopen kan alleen berekend worden uit dwarsdoorsnedes en stroomsnelheidsmetingen, of stijgsnelheden van de waterspiegel in bassins aan het eind van de waterloop (stuwmeren).
Omgekeerd kan wanneer het debiet bekend is, de gemiddelde stroomsnelheid van het water op een zekere locatie worden bepaald door deze te delen door de oppervlakte van de doorsnede van de waterloop, omdat debiet q = v · A geldt;
- v = q / A,
- q = debiet,
- v = snelheid
- A = oppervlakte van de doorsnede.
De dwarsdoorsnede-gemiddelde stroomsnelheid in Rijntakken in Nederland varieert van 0,5 tot 1,5 m/s, corresponderend met een A van 1500 tot 4400 m2.
[bewerk] Gassen
Bij gassen onder druk wordt het debiet vaak teruggerekend naar het debiet bij atmosferische druk (100 kPa of 1 bar) en een standaardtemperatuur. Bij een druk van 100 bar is één m³ nog maar 10 liter. Het debiet van een aardgasput kan dan bijvoorbeeld 50000 Nm³/dag zijn (waarbij de N staat voor 'Normaal'), het ongecorrigeerde debiet zou dan maar 500 m³/dag zijn.