Death Star
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Death Star (Ster des doods) is een fictief ruimteschip uit de Star Wars-serie. Het is een gigantisch kunstmatige planetoïde-achtig schip, met genoeg vuurkracht om een hele planeet in één keer op te blazen.
De Death Star speelt een belangrijke rol in Star Wars Episode IV: A New Hope. Een groot deel van de film speelde zich af aan boord van dit ruimtestation.
Inhoud |
[bewerk] Achtergrond
De Death Star werd in een periode van ongeveer 19 jaar gebouwd. Aan het eind van Star Wars Episode III: Revenge of the Sith keken Darth Vader en Keizer Palpatine toe hoe de bouw begon. Eenmaal af was de Death Star een onbeschrijflijk krachtig en tevens afschrikwekkend wapen. Het immense ruimtestation droeg een wapen met de mogelijkheid complete planeten te verwoesten. De Death Star was ontworpen als afschrikkingswapen, bedoeld om complete beschavingen te elimineren. De gigantische constructie (120 km diameter) gold als het ultieme bewijs van de kwade geest van het Keizerrijk, van het geloof in superieure technologie en staatsterreur. Het station had een grote hoeveelheid turbolasers en een sterke trekstraalprojector.
[bewerk] Het ultieme wapen
Aan één zijde van de Death Star zat een grote schotelvormige deuk in het verder vrijwel volmaakt ronde ruimtestation. Dit was het hoofdwapen, de primaire laser. De vuurkracht was groter dan die van de helft van de volledige Galactische sterrenvloot samen. De enorme vuurkracht van dit wapen werd slechts éénmaal gebruikt: in een poging de gevangengenomen prinses Leia Organa te laten verklappen waar de basis van de Rebellenalliantie zich bevond, én om de vuurkracht te demonstreren aan het hele Galactische Keizerrijk, richtte Grootmoff Tarkin de superlaser op de vredige wereld Alderaan. De laser veranderde met één schot de planeet Alderaan en zijn volledige bevolking in een wolk ruimtepuin.
[bewerk] De slag bij Yavin
Zie Slag om Yavin voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Later zette het schip koers richting Yavin, met als doel het hoofdkwartier van de rebellen te vernietigen. De Rebellenalliantie zette alle beschikbare schepen in tegen de Death Star. De militairen van het Keizerrijk waren zo onder de indruk van de kracht van de ster, dat ze er geen rekening mee hadden gehouden dat hij vernietigd zou kunnen worden. Het station was immers ontworpen om een frontale aanval van de beste schepen van de Rebellen te weerstaan. Aanvankelijk zag men niet eens de noodzaak om TIE Fighters in te zetten om de aanval af te slaan. De rebellen slaagden er echter in om een ontwerpfout te vinden in de plannen van de Death Star. Dit vereiste wel een moeilijke vlucht door de geulen in het oppervlak en daarna het uitvoeren van een precisie bombardement. Met de gedachte aan de geest van Obi-Wan Kenobi en geholpen door De Kracht kon Luke Skywalker met één welgemikt schot van zijn X-Wing de zwakke plek van de Death Star raken, waarna er een einde kwam aan de terreur van de Death Star.
Drie jaar later ontdekte de Alliantie dat er een grotere Death Star in aanbouw was vlakbij de bos-maan Endor.