De glanzende gletsjer
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De glanzende gletsjer | |
---|---|
Stripreeks | Suske en Wiske |
Volgnummer | 164 |
Scenario | Paul Geerts |
Tekeningen | Paul Geerts |
Lijst van verhalen van Suske en Wiske |
De glanzende gletsjer is een stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Paul Geerts en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 14 januari 1986 tot en met 27 mei 1986. De eerste albumuitgave was in september 1986.
Inhoud |
[bewerk] Locaties
Dit verhaal speelt zich af op de volgende locaties:
- België, Hoge Venen, Angorache in Alaska, ziekenhuizen, bergen, eskimodorpaan de voet van Mount McKinley, voorhistorische wereld in gletsjer.
[bewerk] Personages
In dit verhaal komen de volgende personages voor:
- Suske, Wiske met Schanulleke, tante Sidonia, Lambik, Jerom, professor Barabas, de voorzitter van het wereldcomité, telegrambezorger, zuster, eskimo’s, hoofdman, familie Fhé, Poeska en haar verloofde, holbewoners en hun hoofdman, ijsbeer met jong.
[bewerk] Het verhaal
De vrienden gaan een week langlaufen in de Hoge Venen, de professor gaat mee na zijn studie over de oorsprong van de mens op aarde. Ze worden gevolgd door een rode wagen en professor Barabas wordt ook in de bergen achterna gezeten. Het blijkt een telegrambezorger te zijn die de professor een uitnodiging voor het Wereldcomité voor de wetenschappen geeft, hij is verkozen tot geleerde van het jaar. Tante Sidonia blijft in het vakantiehuisje en de vrienden vliegen naar Angorache in Alaska. De professor wordt op het vliegveld door twee mannen aangesproken en stelt zijn vrienden later voor aan de voorzitter van het wereldcomité. Tijdens de uitrijking stort professor Barabas neer en wordt afgevoerd met een ambulance, Jerom denkt dat de professor ontvoerd is. Inderdaad is de professor in geen enkel ziekenhuis opgenomen. ’s Nachts komt er een man in de slaapkamer van Wiske en de vrienden worden meegenomen naar een blokhut. Professor Barabas mankeert niks, hij is in de blokhut en vertelt dat hij met een verdovingspijltje is neergeschoten. Op het vliegveld kreeg hij bericht over een Eskimostam die leeft als honderden jaren daarvoor aan de voet van de glanzende gletsjer aan de voet van Mount McKinley. Een beeldschone vrouw is uit het dorp ontvoerd en er komen geluiden uit de gletsjer de vrienden gaan met een landrover de bergen in maar moeten door slecht weer te voet verder. Jerom vindt twee eskimo’s en die brengen de vrienden naar de het dorp. Jerom en Lambik gaan meteen naar het echtpaar Fhé, de ouders van de verdwenen Poeska. De professor praat met de hoofdman en Suske redt Wiske van een ijsbeer.
Suske en Wiske nemen het jong van de ijsbeer mee en er komt dan gehuil uit de gletsjer. Jerom wordt erop af gestuurd en Lambik is al stiekem voorop gegaan en wordt gevolgd door het ijsbeertje, hij wordt neergeslagen door een holbewoner. Jerom ziet het ijsbeertje met het strikje van Lambik en is boos dat hij al voorop is gegaan om de schone te redden. Lambik komt in een voorhistorische wereld in de gletsjer en wordt bij de hoofdman gebracht. Hij moet vechten met het “broertje” van de hoofdman en krijgt een knots en een mammoetje, hij wint met het dier van de enorme mammoet en holbewoner. Als beloning moet Lambik trouwen met de zus van de hoofdman en Lambik wordt door haar meegesleept. Jerom ziet Lambik en vindt dit zijn verdiende loon, hij vindt Poeska en doet snel een dierenvelletje aan. Jerom verslaat de holbewoners en gaat met Poeska naar buiten, hij vertelt dat Lambik gelukkig getrouwd is. De holbewoners breken uit de gletsjer en Lambik is tussen slachttanden van een mammoet vastgebonden. Het ijsbeertje bevrijdt Lambik en Jerom biedt aan zijn plaats in te nemen, hij wordt tussen twee mammoeten vastgebonden. Jerom maakt de beesten moe en verslaat de holbewoners. De hoofdman vertelt dat hij zich met zijn mannen zal terugtrekken in de gletsjer en Jerom wil Poeska ten huwelijk vragen. Maar Poeska blijkt allang een verloofde te hebben, ze geeft Lambik en Jerom beide een kus al dank. Lambik’s vrouw komt hem halen en hij zegt dat ze haar ogen dicht moet doen totdat ze de gletsjer in gelopen zijn, hij laat de ijsbeer met het jong aan haar arm lopen. Professor Barabas wil nog langer blijven om de bevolking te onderzoeken, maar Lambik bindt hem vast en sleurt de professor mee richting huis.
[bewerk] Uitgaven
Publicaties | ||||
---|---|---|---|---|
Krant / tijdschrift | Nummer | Publicatiedatum | Voorganger | Opvolger |
De Standaard / Het Nieuwsblad | 113 | 14 januari 1986 - 27 mei 1986 | De bonkige baarden | De hellegathonden |
Het Nieuwsblad van het Zuiden | 95 | De bonkige baarden | De hellegathonden | |
Het Binnenhof | 53 | 5 juli 1986 - 10 november 1986 | De bonkige baarden | De hellegathonden |
Albumuitgaven | ||||
---|---|---|---|---|
Stripreeks | Nummer | Eerste druk | Voorganger | Opvolger |
Vierkleurenreeks | 207 | september 1986 | De bonkige baarden | De hellegathonden |
Suske en Wiske Collectie | 36 | 1989 |