Chromatide
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tijdens de kerndeling (mitose of meiose) verkeren chromosomen in een verdubbelde toestand. Beide chromosomen zitten dan in één plaats aan elkaar (het centromeer). In deze toestand worden de beide chromosomen elk met de term chromatide aangeduid. Als de kerndeling teneinde is en de beide chromatiden zijn van elkaar gescheiden dan worden ze elk met de term chromosoom aangeduid.
Chromatiden bestaan uit DNA dat rondom eiwitten (histonen) is gedraaid. In de periode tussen twee celdelingen (interfase) is een chromosoom een lange streng en als een korrelige structuur (chromatine) zichtbaar in de celkern. Tijdens de celdeling verdubbelt het chromosoom zich door replicatie, maar beide delen blijven ergens in het midden verbonden op een plaats die centromeer wordt genoemd. Tijdens dit proces verkorten de chromosomen zich door spiralisatie (als een ballpointveer) en zijn daarna als korte staafjes zichtbaar en van elkaar te onderscheiden in een microscopisch beeld.